Steun voor Nederlandse film in plaats van theaters

Van de vijftien miljoen euro die het kabinet extra heeft uitgetrokken voor de culturele sector gaat het deel bestemd voor de filmsector niet naar bioscopen en filmtheaters, maar naar de productie van Nederlandse films. Dat heeft het Ministerie van OCW bevestigd.

Afgelopen week werd duidelijk dat de regering extra geld vrijmaakt om de museumsector, de filmwereld en professionals werkzaam in de creatieve sector te steunen. In tegenstelling tot eerdere berichtgeving gaat het geld voor de filmsector niet naar bioscopen en filmtheaters, maar gaat het volledig naar het Abraham Tuschinski Fonds (ATF) en daarmee naar filmproductie.

Het nieuws wordt bevestigd door een woordvoerder van het Ministerie van OCW. Een deel van het geld gaat via het Mondriaan Fonds naar musea, een deel gaat naar makers via het Steunfonds Rechtensector en een deel gaat naar filmproductie via het Abraham Tuschinski Fonds. ‘Hoeveel er naar welk fonds gaat is nog niet bekend. De verdeling volgt begin 2021’, aldus de woordvoerder.

Het Abraham Tuschinski Fonds ontvangt elk jaar geld van bioscopen, filmtheaters en filmdistributeurs. Exploitanten en distributeurs dragen samen vijftien cent per betalende bioscoopbezoeker af. Deze afspraak is onderdeel van het btw-convenant tussen de sector en het ministerie. Omdat de bioscopen en filmtheaters dit jaar veel minder bezoekers trekken door de coronamaatregelen komt er ook minder geld binnen bij het ATF. Dat heeft gevolgen voor de Nederlandse films die een deel van hun financiering anders bij het fonds vandaan konden halen.

Bron: Holland Film Nieuws
Auteur: Jeroen Huijsdens