Advies Raad voor Cultuur: ‘experimenteer met vollere zalen in coronaluwe regio’

In regio’s waar het aantal coronabesmettingen laag is, zou in theaters en filmhuizen geëxperimenteerd moeten worden met het loslaten van de anderhalvemeterregel. Door 50 of 60 procent van het normale aantal bezoekers toe te laten, zouden locaties weer quitte kunnen draaien.

Dat stelt de Raad voor Cultuur vandaag in een advies aan minister Ingrid van Engelshoven (Cultuur). “Het kabinet kiest bij de aanpak van het coronavirus voor regionale maatregelen. Wij draaien dat om: kies dan ook in overleg met de veiligheidsregio’s voor maatwerk in regio’s waar minder coronabesmettingen zijn,” zegt voorzitter Marijke van Hees.

Nu is het nog zo dat er twee stoelen tussen gasten van verschillende huishoudens worden vrijgelaten en dat er vaak ook rijen vóór en achter leeg blijven om de 1,5 meter te waarborgen. Van Hees pleit voor het ‘schaakbord’. “Niet dat mensen hutjemutje bij elkaar zitten, maar dat er één stoel tussen bezoekers vrij wordt gehouden.” In Vlaanderen gebeurt dit al, stelt Van Hees. Het dragen van mondkapjes in de zaal zou dan ook een optie kunnen zijn.

Verlies

Uit recente cijfers van het UWV blijkt dat de culturele sector met 62 procent verlies zwaar is getroffen. Van Hees: “De situatie is enorm urgent. Daarom is dit een experiment waar wij vol achter kunnen staan.” Momenteel lijkt Covid-19 zich in onder andere Friesland, Drenthe, Zeeland, delen van Gelderland, Overijssel en Limburg niet snel te verspreiden. In deze regio’s zouden in het advies van de Raad voor Cultuur experimenten met vollere zalen mogelijk zijn.

Volgens de Raad voor Cultuur heeft de sector zich sinds het uitbreken van de pandemie heel wendbaar getoond, door bijvoorbeeld andere podia te zoeken. Van Hees noemt in haar brief aan de minister het voorbeeld van het Rotterdams Philharmonisch Orkest dat Alle Menschen werden Brüder opnam door de muzikanten samen te brengen op het digitale vergaderplatform Zoom. Maar die wendbaarheid gaat niet hand in hand met weerbaarheid, stelt Van Hees. Deze creativiteit levert instellingen nauwelijks geld op.

Online meegenieten

Daarom moet de culturele sector zelf aan de bak door te zoeken naar alternatieve verdienmodellen. Van Hees denkt aan hybride vormen, waarbij voor een optreden niet alleen kaartjes worden gekocht om het fysiek in het theater of een poppodium bij te wonen, maar ook kaartjes om thuis, online mee te genieten. “En als een instelling daar al een infrastructuur voor heeft ontwikkeld, deel die slimmigheidjes dan met elkaar.”

Ook kan er gedacht worden aan kleinschaliger en intiemere optredens, ‘op kleine locaties, voor een beperkter, veelal lokaler en diverser publiek’. Als voorbeeld noemt Van Hees ‘een theater die de grote zaal ombouwt tot een ruimte met tafeltjes’. “De vraag is wel hoe de kosten zich dan verhouden tot de verdiensten, want het moet niet elitair worden. Je wilt dat het betaalbaar blijft, zodat iedereen kan genieten.”

Claim

Ook adviseert de Raad voor Cultuur om structureel meer geld uit te trekken voor cultuur, ook in een tijd waarin de overheidsfinanciën onder druk staan. Een ‘legitieme claim’, vindt Van Hees. “We zijn erg blij met het tweede steunpakket. Maar er komen verkiezingen aan, een nieuw kabinet, dan moeten we de wens voor extra subsidie die al langer in de sector leeft, ook meenemen.”

Het tweede steunpakket van 482 miljoen euro, dat na het eerste steunpakket van 300 miljoen euro, in augustus werd aangekondigd, zou volgens Van Hees ook ten goede moeten komen aan zelfstandigen en vrije producenten. De Raad voor Cultuur brengt in november nog advies uit over hoe de 5 miljoen euro, die minister Van Engelshoven heeft uitgetrokken voor innovatie, moet worden ingezet.

Bron: Parool
Auteur: Hanneke Keultjes