Update COVID-19 Protocol Audiovisuele sector + toelichting en FAQ

Voor de Nederlandse audiovisuele sector is een COVID-19-protocol opgesteld, bedoeld voor iedereen die betrokken is bij de verschillende soorten audiovisuele producties. Versie 3.0 van het protocol is aangepast naar aanleiding van de nieuwe overheidsrichtlijnen die per 1 juli van kracht zijn.



Downloads

1. COVID-19 Protocol AV-sector
– NL: Protocol versie 3.0, 1 juli 2020
– EN: Protocol version 3.0, 1 July 2020

2. Bijlage/Annex
– NL: Indicatieve risico-analysetabel; versie 3.0, 1 juli 2020
– EN: Indicative risk assessment table; version 3.0, 1 July 2020

3. Toolkit COVID-19 AV-sector (DAFF) – update volgt
– NL: Toolkit versie 2.1, 4 juni 2020
– EN: Toolkit version 2.1, 4 June 2020

De Toolkit (NL versie) is ook als app beschikbaar. Deze is te downloaden door onderstaande QR-code te scannen met de camera van een smartphone; volg daarna de stappen die worden aangegeven. Ook is het mogelijk om een desktopversie te bekijken via deze link.The Toolkit (EN version) is also available as an app. It can be downloaded by scanning the QR code below with the camera of a smartphone; then follow the steps indicated. It is also possible to view a desktop version via this link.

Toelichting

Het protocol is een dynamisch document dat steeds aansluit bij de (veranderende) richtlijnen van het kabinet en RIVM. Het bevat gedragsregels en richtlijnen met betrekking tot hygiëne, voorzorgs- en beschermingsmaatregelen. Deze hebben als doel een zo veilig mogelijke werksituatie te garanderen tijdens de COVID-19-pandemie. Het protocol is vastgesteld in overleg en met inbreng van de verschillende branche- en beroepsverenigingen en andere belanghebbende partijen. Per 1 juli 2020 is versie 3.0 van het protocol van kracht. De verschillen tussen versie 3.0 en 2.0 worden benoemd in de FAQ hieronder.

Het COVID-19-protocol biedt de audiovisuele sector richtlijnen om het werk te vervolgen en te hervatten binnen de geldende voorschriften van de Rijksoverheid en het RIVM. De verschillende werksituaties zijn met de bijbehorende richtlijnen gespecificeerd in drie risicocategorieën: LOW, MEDIUM en HIGH RISK. Onderdeel van het document is een indicatieve risico-analysetabel waarin de richtlijnen zijn gespecificeerd voor de verschillende fases in een audiovisuele productie per afdeling/discipline en bijbehorende functies.

In aansluiting op het protocol heeft de Dutch Academy For Film (DAFF) een Toolkit ontwikkeld met praktische tips voor op de werkvloer, gericht op drama, commercial en documentaire. Deze is eveneens aangepast aan de hand van de laatste ontwikkelingen. Van de Toolkit is ook een (mede door NBF ontwikkelde) handzame app beschikbaar, zodat makers snel en gemakkelijk de tips en tricks kunnen vinden die voor hen relevant zijn.

Het protocol op zichzelf biedt nog geen antwoord op alle vraagstukken waarmee de sector te stellen heeft als gevolg van de coronacrisis. Er lopen gesprekken over het dekken van risico’s, mogelijkheden tot afsluiten van verzekeringen en het dragen van meerkosten. Uiteindelijk dient per individuele productie de afweging gemaakt te worden of en op welke wijze het in de huidige situatie verantwoord is om te draaien/produceren.

Het protocol is opgesteld door een werkgroep bestaande uit: Doreen Boonekamp (voorzitter, zelfstandig adviseur, directeur a.i. Nederlands Film Festival), Antoinette Beumer (regisseur, schrijver, hoofd drama/creative producer RTL/Videoland), Boudewijn Beusmans (CEO Endemol Shine), Roel Burgman (zakelijk leider Media VPRO), Floor Onrust (producent Family Affair Films / bestuurslid DAFF) en Janneke Slöetjes (zelfstandig adviseur, v/h director of public policy Netflix). Zij werden bijgestaan door juridisch adviseur Hugo Klaassen en de bureaus van producentenverenigingen NCP en NAPA, die de opdracht verleenden. Zij deden het werk in samenwerking met en vóór de audiovisuele sector – van individuele personen en bedrijven tot publieke en commerciële omroepen en beroepsverenigingen. Wij zijn hun, en allen die betrokken waren bij het tot stand brengen van het protocol, veel dank verschuldigd.

Het protocol is tot stand gekomen met steun van het Cultureel Fonds Audiovisuele Producenten (CFAP).


FAQ

Waarin verschilt versie 3.0 van het protocol (1 juli 2020) van versie 2.0 (29 mei 2020)?

  1. HIGH RISK | Intieme scènes of scènes met intensief fysiek contact kunnen weer worden opgenomen, mits de betrokken personen tijdens de repetitie- en opnameperiode wél in thuisisolatie blijven én preventief diagnostisch getest worden op COVID-19 (punt 47 en 48). Zie ook de toelichting met betrekking tot preventief testen.
  2. MEDIUM RISK | Voor personen die in hun werk geen 1,5 meter afstand kunnen houden én geen beschermende kleding kunnen dragen (zonder dat sprake is van intieme scènes), geldt dat zij tijdens de repetitie- en opnameperiode niet meer in thuisisolatie hoeven te blijven. Voorwaarden zijn dat deze personen geen klachten hebben en dat zij werken in een controleerbare groep met herhaalcontacten (punt 46).
  3. TEST BIJ KLACHTEN | Bij gezondheidsklachten wordt aanbevolen gebruik te maken van de verruimde mogelijkheden om te testen op een COVID-19-besmetting – bijvoorbeeld via de GGD of huisarts, (punt 7 en 8). Zie ook onderstaande, meer uitgebreide toelichting.
  4. SCHOONMAAK | Voor het schoonmaken van locaties en gebruiksvoorwerpen is het gebruik van desinfectiemiddelen niet langer vereist. Ga uit van de algemene hygiënerichtlijnen van het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid (punt 10, 14, 21 en 37).
  5. VERVOER | Voor verplaatsingen kan weer gebruik gemaakt worden van het openbaar vervoer, daarbij is het dragen van een mondkapje verplicht. Bij gebruik van productie-auto’s hoeft geen plastic afscheiding meer aangebracht te worden, mits vooraf wordt gereserveerd, een gezondheidscheck wordt gedaan en een mondkapje wordt gedragen (punt 22).
  6. VIEWINGS | Viewings hoeven niet langer zo veel als mogelijk online georganiseerd te worden (punt 20).
  7. AFSTAND | Kinderen en jongeren tot 18 jaar hoeven onderling geen 1,5 meter afstand meer te houden (punt 5).

Testen bij (milde) gezondheidsklachten
Voor iedereen die bij een productie betrokken is geldt dat hij/zij thuis moet blijven bij verkoudheidsklachten zoals neusverkoudheid, loopneus, niezen, keelpijn, lichte hoest of verhoging tot 38 graden Celsius tot u 24 uur klachtenvrij bent. Bij koorts (vanaf 38 graden Celsius) geldt dit ook voor hun huisgenoten.
In geval van gezondheidsklachten die passen bij COVID-19, wordt aanbevolen gebruik te maken van de verruimde mogelijkheden om te testen op een besmetting met het coronavirus – bijvoorbeeld via de GGD of huisarts (punt 7 en 8 van het protocol). Voor het maken van een afspraak belt u met het landelijke nummer 0800-1202. Deze test is gratis; de uitslag is na 24 tot 48 uur bekend. Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavir…
Indien onverhoopt binnen cast en crew sprake is van een bevestigde COVID-19-besmetting, dan wordt diegene door de GGD gevraagd zijn/haar contacten (vanaf twee dagen voordat de klachten begonnen) door te geven. De GGD benadert vervolgens deze personen en legt uit welke maatregelen zij moeten nemen.

Preventief testen (HIGH RISK-situaties)
Het protocol schrijft voor dat personen in de HIGH RISK-categorie, zoals acteurs die intieme scènes moeten spelen (met intensief fysiek contact) preventief diagnostisch getest dienen te worden (punt 48). Met preventieve tests wordt bedoeld: tests op aanwezigheid van het coronavirus zonder dat de betreffende persoon symptomen van COVID-19 vertoont.

Wat betreft preventief testen gelden de volgende bepalingen:

  • Preventief testen op COVID-19 gebeurt uitsluitend door middel van de zogenaamde PCR-test (polymerase chain reaction).
  • De analyse van deze test vindt plaats door een laboratorium dat geaccrediteerd is voor moleculaire SARS-CoV-2-diagnostiek. Een lijst van deze laboratoria vind je hier (par. 6.1 en 6.2): https://lci.rivm.nl/covid-19/bijlage/aanvullend
  • De uitslag hiervan is doorgaans binnen 48 uur beschikbaar.
  • Andere (zelf)testen zijn vooralsnog niet gevalideerd door het RIVM en voldoen dus niet.
  • Geteste personen verbinden zich aan de strikte richtlijn om zoveel mogelijk thuis te blijven en alleen om noodzakelijke redenen naar buiten te gaan.
  • Zodra vastgesteld is dat de geteste personen niet besmet zijn met COVID-19, dienen scènes die in de HIGH RISK-categorie vallen (waarbij sprake is van intensief fysiek contact) zoveel mogelijk op één en dezelfde dag opgenomen te worden.
  • Indien sprake is van meerdere opnamedagen voor HIGH RISK-scènes, zullen de betreffende personen preventief worden getest in een cyclus die hierop aansluit. Preventief diagnostisch testen wordt zodoende een onderdeel van de dagroutine.
  • De werkvloer/ opnamelocatie moet ingedeeld worden in zones. Geteste en niet-geteste mensen moeten te allen tijde minimaal 1,5 meter afstand tot elkaar houden.
  • Het aantal personen op de set tijdens intieme scènes dient zo veel mogelijk beperkt te worden.

Wie is verantwoordelijk voor de preventieve tests?
Preventief testen is alleen noodzakelijk voor degenen in de HIGH RISK-categorie, zoals acteurs die intieme scènes moeten spelen met intensief lichamelijk contact. Dit gebeurt altijd in de context van een productie. De organisatie én de kosten van het preventief testen komen daarmee voor rekening van de productie. De hiermee gemoeide kosten kunnen opgevoerd worden als COVID-19-gerelateerde meerkosten.

Kan ik gebruik maken van de GGD-teststraten voor preventieve diagnostische tests?
De GGD-teststraten zijn bedoeld voor personen die kampen met (lichte) gezondheidsklachten die passen bij COVID-19. Het is vooralsnog onduidelijk of het toegestaan is deze teststraten te gebruiken voor preventieve tests (die eventueel meermaals uitgevoerd moeten worden). We raden aan om PCR-tests uit te laten voeren door een daartoe geaccrediteerd (onafhankelijk) microbiologisch laboratorium.

Er worden ook (snel)tests aangeboden door commerciële partijen, kan ik hiervan gebruikmaken?
Alleen PCR-tests zijn door het RIVM aangemerkt als betrouwbaar instrument om een COVID-19-besmetting vast te stellen. Andere (zelf)testen zijn vooralsnog niet gevalideerd door het RIVM en voldoen dus niet. Er zijn ook zogenaamde serologische (snel)tests die aantonen of er antistoffen tegen het nieuwe coronavirus in je bloed zitten. Ook deze volstaan niet in geval van HIGH RISK-situaties. Zie ook: https://www.rivm.nl/coronavirus-covid-19/testen

Wat is de status van dit protocol?
Elke sector is door het kabinet gevraagd zelf een protocol op te stellen, waarin is aangegeven hoe werksituaties en bedrijfsvoering zodanig ingericht kunnen worden dat aan de geldende maatregelen van de Rijksoverheid en RIVM-gezondheidsadviezen voldaan kan worden.
De overheid beschouwt de ingediende protocollen als een afspraak van de desbetreffende sector of branche met de bij hen aangesloten bedrijven en organisaties. De sector is ook zelf verantwoordelijk voor naleving van het protocol. De overheid geeft geen formele goed- of afkeuring, maar geeft wel advies en ondersteuning, zodat de protocollen goed aansluiten bij de gezondheidsadviezen.
Een vastgesteld protocol is geen vervanging van de geldende wet- en regelgeving, waaronder de noodverordeningen. De verantwoordelijke overheidsinstanties (bijvoorbeeld gemeentes, veiligheidsregio’s, arbeidsinspectie, brandweer e.d.) zullen dus handhaven op basis van wet- en regelgeving en niet op basis van dit protocol.

Wat betekent het protocol voor mij?
Dit is een generiek protocol, zo opgesteld dat het van toepassing is op de brede AV-sector: van speelfilms en documentaires tot spelletjesprogramma’s en commercials. Omdat het een generiek protocol is moet iedereen te allen tijde zelf (blijven) overwegen wat de RIVM-richtlijnen en het protocol betekenen voor zijn of haar praktijk. Dat zal voor iedereen en per productie, per shoot en ook per werkwijze verschillen. Ga hierover met elkaar in gesprek.
Wij raden iedereen aan het protocol zorgvuldig te lezen en na te gaan wat op de eigen werksituatie van toepassing is. Bekijk ook de indicatieve risicoanalysetabel, evenals de toolkit die de DAFF heeft ontwikkeld in aanvulling op dit protocol. Hierin zijn tips & tricks verzameld voor en door iedereen die op de set of in de studio werkt.

Is het verboden om te filmen en produceren zonder protocol?
Nee, de Rijksoverheid heeft nooit verboden om audiovisuele producties te maken. Kijk maar naar talkshows en andere programma’s en producties die nog steeds gemaakt worden. Wel dienen de (algemene) overheidsmaatregelen en richtlijnen van het RIVM te worden nageleefd; zie hiervoor de site van de Rijksoverheid en van de lokale overheid. Elke sector is gevraagd om in aansluiting op de overheidsmaatregelen en de RIVM-richtlijnen een protocol voor de eigen sector te ontwikkelen. Daaraan hebben we met dit protocol voldaan.

Wat is een Health and Safety Officer (HSO)?
Een HSO is geen (nieuw) beroep, maar een verantwoordelijkheid die iemand op de werkvloer of set toegewezen krijgt door de opdrachtgever. Hij of zij ziet erop toe dat alle werkenden het protocol (zo goed mogelijk) naleven. Dat doet hij of zij in het belang van iedereen om zo een veilige werksituatie borgen.

Wie is verantwoordelijk voor de veiligheid op de set?
Het uitbannen van COVID-19 is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Het is dus van belang dat iedereen elkaar kan aanspreken wanneer op de set situaties ontstaan die de uitvoering van de in het protocol genoemde maatregelen belemmeren. Als centraal aanspreekpunt fungeert degene die op de set de verantwoordelijkheid van Health & Safety Officer draagt.

Waar of bij wie kan ik terecht als ik zie dat het protocol niet goed nageleefd wordt?
Als de regels overtreden worden is het aan de HSO om – in overleg met crew, cast en producent – maatregelen te nemen en de situatie aan te passen. Daarnaast heeft iedereen daarin een eigen verantwoordelijkheid, ook ten opzichte van elkaar. Spreek elkaar om te beginnen vriendelijk aan als je ziet dat het niet (helemaal) goed gaat. Als opnameleider of First AD, de HSO en/of de producent allen de signalen niet serieus opvatten, doe dan een beroep op je brancheorganisatie om het te agenderen.

Mijn opdrachtgever wil mijn temperatuur opnemen voor ik aan het werk ga, is dat toegestaan?
Ja, opdrachtgevers mogen werkenden vragen om hun temperatuur op te nemen; het is echter niet toegestaan het meetresultaat vast te leggen of te administreren. Of het opnemen van temperatuur nodig is hangt af van de risicocategorie waartoe de werkenden behoren.

Krijg je doorbetaald als je niet kunt werken i.v.m. verkoudheid of overige symptomen?
Verhoging/koorts en verkoudheid zijn symptomen die kunnen wijzen op COVID-19-besmetting. Het is dus van cruciaal belang dat je niet komt werken als je last hebt van deze symptomen, en dat je de werkplek direct verlaat wanneer hiervan sprake is om vervolgens thuis uit te zieken. Als je klachten krijgt binnen 24 uur voordat of nadat je op de werkplek bent geweest, geef dit dan direct door en blijf thuis. Of je doorbetaald krijgt hangt af van je specifieke contractrelatie; zelfstandigen zullen over het algemeen niet worden doorbetaald.

Kun je ontslagen worden als je geen medewerking verleent aan een activiteit die voor jou onveilig voelt?
Relevant is of een bepaalde situatie niet alleen onveilig voelt, maar ook onveilig is. Dat laatste is in het algemeen vast te stellen aan de hand van het protocol en of de daarin voor een specifieke situatie geldende voorzorgsmaatregelen nageleefd kunnen worden. Het is raadzaam aan het begin van een productie alvast het protocol te bespreken met (mogelijke/beoogde) cast en crew. Dit kan leiden tot verschillende mogelijkheden om een situatie aan te pakken. Afhankelijk van de risico’s en keuzes die gemaakt worden is het aan elk individu om al dan niet voor een bepaalde productie te gaan werken.

Is er extra geld beschikbaar voor de draaiperiodes?
Aanpassing van werkwijzen en -situaties om te voldoen aan alle voorzorgsmaatregelen kan leiden tot meerkosten. Daar is de gemiddelde productiebegroting nog niet goed op toegerust. Fondsen en financiers zijn zich ervan bewust dat deze risico’s niet alleen op de productiehuizen kunnen drukken. In sommige gevallen wordt extra budget beschikbaar gesteld om meerkosten (gedeeltelijk) te dekken, bijvoorbeeld door het Filmfonds. Het streven is dat eventuele lasten hiermee (zoveel mogelijk) opgelost kunnen worden en niet op fees voor de werkenden drukken.

Kunnen producenten mij vragen om voor minder te werken om zo extra COVID-19-gerelateerde kosten te dekken?
In principe geldt dat gemaakte afspraken over de hoogte van beloningen niet zomaar gewijzigd kunnen worden. Op dit moment is nog niet te zeggen welke impact de gevolgen van de COVID-19 crisis zullen hebben op tarieven die worden afgesproken ten behoeve van nieuwe producties.

Gaat het wel lukken, audiovisuele producties maken in de anderhalvemetersamenleving?
We stellen nadrukkelijk dat per individuele productie de afweging gemaakt moet worden of en op welke wijze het in de huidige situatie verantwoord is om te draaien/produceren. Het vergt in elk geval extra inzet, tijd en investeringen; ook zal de sfeer anders zijn op de werkvloer of set. Ook zal het soms een uitdaging zijn om je te houden aan de in het protocol beschreven voorzorgsmaatregelen. Toch is dat de enige manier om het COVID-19 virus uit te bannen, aan het werk te kunnen (en blijven) en te voorkomen dat het land opnieuw op slot moet. Dat is een verantwoordelijkheid die we samen moeten dragen. Voor jezelf, voor je collega en voor de sector, maar ook voor de samenleving.