Alliantie van sport, cultuur en entertainment overlegt met 4 bewindslieden
Gisteren, woensdag 10 juni, heeft een alliantie van organisatoren van evenementen in de sport-, cultuur- en entertainmentbranche in een gesprek met vier ministeries gepleit voor ruimte voor maatwerk wat betreft publieksaantallen bij evenementen in stadions en grote zalen.
Bij dit overleg met de bewindslieden was de evenementenbranche vanuit sport, cultuur en entertainment vertegenwoordigd door de Alliantie van Evenementenbouwers. De zakelijke markt (zoals beurzen en congressen) werd bij het overleg vertegenwoordigd door het Event Platform. Namens het kabinet waren staatsecretaris Keijzer (EZK) en de ministers van Engelshoven (OCW), Grapperhaus (J&V) en van Rijn (VWS) aanwezig.
De Alliantie van Evenementenbouwers is ook vertegenwoordigd in de Taskforce culturele en creatieve sector, aangevoerd door Kunsten ’92. Omgekeerd neemt de taskforce deel aan deze evenementenalliantie.
Er is gesproken over de uitzonderlijke en lastige situatie waarin de evenementensector verkeert. Terwijl de musea, pretparken, het openbaar vervoer en de winkelcentra mogen voldoen aan de anderhalve meter samenleving, is voor de evenementensector een aanvullende beperking van 30 bezoekers en straks per 1 juli, 100 bezoekers, opgelegd. (Deze beperking geldt ook voor theaters en bioscopen). De Alliantie van Evenementenbouwers en het Event Platform zijn van mening dat met goede voorzorgsmaatregelen en een evenementenprotocol er meer mogelijk is en dat gekeken moet worden naar maatwerk. Een voetbalstadion, beursgebouw of concertlocatie heeft bijvoorbeeld meer vierkante meters en faciliteiten dan een klein theater.
Gisteren werd duidelijk dat de overheid heel goed begrijpt dat de branche hard en langdurig getroffen wordt. Door de langdurig opgelegde beperkingen is het logisch dat sommige delen van de sector ook na 1 oktober steun nodig hebben. Aan de branche is gevraagd preciezer aan te geven welke financiële steun nodig is op welke plekken en daarbij te kijken waar kosten kunnen worden teruggedrongen en dat in de berekeningen mee te nemen.
De branche heeft een goed protocol opgesteld voor evenementen; het protocol en een ook door de branche gemaakt risicoanalysemodel zijn de basis voor de organisatie en de locatie. Beide handreikingen worden steeds aangepast aan ontwikkelingen en nieuwe inzichten. Per evenement wordt gewerkt aan maatwerk, waarbij steeds de veiligheid en gezondheid van bezoeker en medewerker voorop staat. Het kabinet is bereid om met de branche te kijken naar de mogelijkheid het aantal bezoekers van evenementen te verruimen met inachtneming van zaken zoals afstand bewaren, hygiënemaatregelen en de impact van evenementen op bijv. het openbaar vervoer.
Met de vier ministeries gaat de evenementensector samenwerken in een zogenaamd ‘Fieldlab Evenementen’, aan de hand van de Topsector Creatieve Industrie. De mogelijkheid om evenementen te ontwikkelen op korte, middellange en lange termijn wordt onderzocht. Zo wordt in een brede samenwerking van overheid, wetenschap en branche gewerkt aan het beheersen van gezondheid en veiligheidsrisico’s. Daardoor kan gecontroleerd worden doorgegroeid en indien nodig bijgesteld. Het langetermijnperspectief van branche én samenleving staat hierbij voorop.
De branche is positief over het gesprek, de uitnodiging om verder te praten over financiële compensatie en het initiatief om samen te onderzoeken wat er wél mogelijk is in de evenementensector. Daarmee zijn de zorgen of het voldoende is nog niet van tafel.
Bron: Kunsten ’92