NPO wil toch tv-series maken met commericiële videodiensten
De NPO wil nu toch tv-series maken samen met concurrenten als Netflix en Videoland. Dat meldt NPO-baas Shula Rijxman aan NRC.
De publieke omroep wil dure series gaan maken samen met videodiensten als Netflix, Videoland en Amazon. Sinds maandag is een regeling van kracht die dit mogelijk maakt. Het gaat om een experiment voor vijf series in 2020 en 2021.
Bestuursvoorzitter Shula Rijxman van de NPO zegt tegen NRC dat ze blij is met de nieuwe regeling: “We kijken er optimistisch en nieuwsgierig naar uit om samen mooie, nieuwe series te maken.” Zij had het plan reeds aangekondigd in haar nieuwjaarstoespraak, maar nu is het echt van kracht.
Belangrijkste voorwaarde van de NPO is dat de videodiensten de series niet eerder dan een half jaar na de tv-uitzending mogen streamen. Dit is een concessie; eerdere pogingen tot samenwerking met Netflix liepen vast omdat het NPO-bestuur vasthield aan één jaar exclusieve uitzendrechten. Een andere voorwaarde is dat de productiekosten fifty-fifty worden verdeeld. En dat de series minstens 1 miljoen euro per aflevering gaan kosten – zeker een verdubbeling van de gebruikelijke NPO-budgetten.
Diensten als Netflix, Amazon en Disney+ hebben belang bij Europese co-producties. De kijkers hebben een voorkeur voor lokale series, meldt Netflix. Bovendien slaan sommige ook internationaal aan. De woordvoerder van Netflix zegt open te staan voor samenwerking, maar moet de voorwaarden eerst nader bestuderen.
De Europese Unie wil dat internationale aanbieders van video-on-demand 30 procent van hun films en series laten bestaan uit Europese producties. Daarnaast kwam de Nederlandse regering in december met een wetsvoorstel om streamingdiensten als Netflix (en ook omroepen en bioscopen) te verplichten 6 procent van hun omzet te investeren in Nederlandse films en series.
Bron: NRC/BM