Reactie van taskforce culturele en creatieve sector op Noodpakket 2.0

De taskforce culturele en creatieve sector, waar onder meer de Creatieve Coalitie (waar de NBF bij aangesloten is) en Kunsten ’92 deel van uitmaken, hebben als vertegenwoordigers van een groot aantal vak- en belangenverenigingen in de sector een brief gestuurd naar de Tweede Kamer.

Lees hieronder de brief:


 Amsterdam, 26 mei 2020 

Betreft: reactie taskforce culturele en creatieve sector op Noodpakket 2.0 

Geachte Kamerleden, 

De taskforce culturele en creatieve sector reageert met deze brief op het tweede generieke steunpakket van het kabinet (Noodpakket 2.0), waarover u aanstaande donderdag 28 mei in de Tweede Kamer debatteert. Het is positief en ook noodzakelijk dat er een tweede pakket ligt, tegelijkertijd zien we dat dit pakket veel van de door ons gesignaleerde knelpunten niet oplost. 

Grote zorgen en onrust zijn ontstaan in de culturele en creatieve sector doordat het tweede steunpakket geen oplossing biedt voor met name in de markt opererende bedrijven en zzp’ers, die, uitgaande van wat er nu op tafel ligt, hun beroepspraktijk zullen moeten beëindigen. Ook in de cultuureducatie zal sprake zijn van uitgestelde klappen. Het contrast tussen de uitwerking van het steunpakket voor vaste werknemers en voor freelancers en flexwerkers is niet uitlegbaar in de culturele en creatieve sector. De mensen met de minste contractbescherming ontvangen de meest minimale ondersteuning. Om aan de ambitie van uw Kamer tegemoet te komen is, naast aanvullende maatregelen, meer regie en maatwerk nodig. 

Openingen
Waardering is er voor de opening die het kabinet biedt in de brief over het Noodpakket 2.0 m.b.t. de periode na 1 september a.s., om via pilots en experimenten onderzoek te doen naar perspectieven die kansrijk kunnen zijn voor toekomst. Daarbij trekken we samen op met de sport en de evenementenindustrie. ‘Innoverend uit de crisis’. Niet in de laatste plaats doen we dat voor ons publiek. Op veel plekken in het land worden plannen ontwikkeld om de productiecapaciteit van de sector in stand te houden en een oplossing te vinden voor de beperkte, vaak onrendabele presentatiemogelijkheden. 

Particuliere initiatieven van het publiek en ook initiatieven vanuit de sector zelf om extra middelen beschikbaar te stellen voor makers zijn bemoedigend. De toezegging van minister van Engelshoven om de opbrengst van het burgerinitiatief Doe mee met je AOW te verdubbelen wordt buitengewoon gewaardeerd. Tegelijkertijd kunnen deze initiatieven niet verhullen dat er meer nodig is, bovenop de reeds beschikbaar gestelde € 300 miljoen die vooral het Rijksgesubsidieerde deel van de sector bereikt. 

Voor een effectieve besteding van die € 300 miljoen en andere additionele middelen is ook maatwerk nodig, te meer omdat hogere subsidie leidt tot verminderde aanspraak op NOW, terwijl de kosten om freelancers door te betalen juist niet gedekt worden door de NOW. In de culturele en creatieve sector bestaat de werkgelegenheid bij uitstel niet alleen uit banen. 

Constructief overleg tussen de sector en de ministeries blijft daarom noodzakelijk. Vanuit de taskforce bestaat naast grote bezorgdheid ook een grote bereidheid om mee te denken over oplossingsrichtingen. Onze zorgen betreffen de volgende punten: 

Bestuurlijke afspraken met provincies en gemeenten
Zo is het vooralsnog uitblijven van nadere bestuurlijke afspraken met provincies en gemeenten zeer zorgelijk. In onze brief van 13 mei jl. aan minister Ollongren deden wij een beroep op het kabinet om tot afspraken te komen over compensatie van huisvestingslasten van gemeentelijke culturele instellingen, waarvan de wekelijkse lasten € 15 miljoen per week bedragen. 

In de vrije markt opererende bedrijven
De grote zorg van de in de vrije markt opererende bedrijven is dat in het tweede steunpakket wederom geen compensatie van schade is voorzien. Popartiesten, festivalorganisatoren en vrije theaterproducenten bijvoorbeeld doen grote investeringen in producten die zij nu niet meer kunnen terugverdienen. Daardoor zijn enorme schadeposten ontstaan die de organisaties in hun voortbestaan bedreigen. Bovendien ontbreekt perspectief. Naar alle waarschijnlijkheid staan poppodia, theaters, festivals en evenementen achter in de rij als het gaat om normale openstelling. Voor popartiesten en andere producenten betekent dat dat zij ook in de komende periode niet kostendekkend kunnen werken. Spelen voor een publiek van 100 personen is het overgrote deel van de gevallen (zwaar) verliesgevend. Hoewel podia en producenten proberen onderling afspraken maken over het verdelen van schade, is het absoluut noodzakelijk dat er externe financiële steun komt om omvallen van grote aantallen organisaties te voorkomen. Breder gesteld is het nu tijd om door te pakken op de ingevoerde en voorgestelde generieke maatregelen en die passend en voldoende te maken voor ondernemend en werkend Nederland. 

30.000 zzp’ers tussen wal en schip
Er is een grote groep van 30.000 zzp’ers die nu tussen wal en schip valt en die niet werd bereikt door de steunmaatregelen van het eerste noodpakket en evenmin door dit tweede steunpakket. Als er geen specifieke maatregel volgt die deze groep een inkomensondersteuning biedt, dan rest hen niets anders dan de gang naar de reguliere bijstand. Zij stromen dan de sector uit. Hetzelfde lot dreigt ook voor de groep die nu een Tozo-uitkering ontvangt. Drie maanden konden ze het uitzingen op een inkomenstegemoetkoming op sociaal minimumniveau dat op gezinsbasis werd toegerekend. Maar dat betekende wel interen op eigen reserves omdat de uitkering niet in verhouding staat tot de vaste kosten. Opnieuw drie maanden (en wellicht langer) in deze situatie verkeren wordt door velen als een onmogelijke opgave beschouwd. Hier wreekt zich het grote verschil in het geboden financieel perspectief tussen werkenden in dienstverband en zzp’ers. Voor een groot aandeel van de Tozo-gebruikers vormde de kabinetsberichtgeving van afgelopen woensdag het startschot van heroverweging over hun beroepstoekomst. De groep die nu voor uitstromen staat lijkt zo groot dat het de culturele en creatieve keten ongemeen hard zal raken en ook de opstart na de crisis zal bemoeilijken. 

De braindrain die nu ontstaat is een vorm van kapitaalvernietiging die moet worden voorkomen, teneinde de hoge kwaliteit en internationale reputatie van onze sector in stand te houden. 

Tegemoetkoming vaste lasten MKB 
Bij de opvolging van de TOGS zijn de knelpunten in SBI-codes4 niet opgelost. Er zijn nog steeds bedrijven die niet in aanmerking komen voor de TOGS en dus ook niet voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB, omdat het vestigingsadres en privéadres gelijk aan elkaar zijn. Ook blijft onduidelijk of steun aan culturele instellingen vanwege de Algemene Groepsvrijstellings-verordening (AGVV) is vrijgesteld. 

Veel organisaties hebben voor de eerdere TOGS een formulier ter wijziging ingevuld voor een niet aansluitende SBI-code, zij wachten nog steeds op een reactie. Er is een met de evenementenbranche afgestemde SBI-lijst met logische aanvullende codes opgesteld en aangeleverd, die zou geïmplementeerd moeten worden. Wij vragen of voor deze groep, net als voor horecaondernemingen en ambulante ondernemingen, een uitzondering kan worden gemaakt waarbij privéadres en vestigingsadres gelijk aan elkaar mogen zijn. Want de vaste lasten van bijvoorbeeld theater- en festivalproducenten zitten niet alleen in huur van kantoorruimte, maar vooral in de investering in decor, rekwisieten en kostuums, inhuur van licht en geluid, verzekering, etc. Ook de hoogte van het compensatiebedrag blijft ongericht. We hebben grote zorgen over de hoogte van deze vergoeding, die maximaal € 20.000 over drie maanden bedraagt. Dit is ontoereikend, niet alleen voor grotere MKB-bedrijven met veel vaste lasten, maar ook voor kleine organisaties. Sommige podia en musea hebben al een veelvoud van dit bedrag aan maandelijkse vaste lasten. Bijdragen van gemeenten zijn noodzakelijk. 

De taskforce ziet een aantal mogelijkheden om de weerbaarheid van de culturele en creatieve sector in deze moeilijke tijd te vergroten en wederopbouw na de crisistijd mogelijk te maken. Dit om een groot verlies aan creatief kapitaal te voorkomen. In onze brief van 11 mei jl. aan de Tweede Kamer hebben wij daar reeds aandacht voor gevraagd. Het tweede steunpakket waar u aanstaande donderdag over debatteert heeft daar helaas nog geen verandering in gebracht. De taskforce culturele en creatieve sector pleit voor de volgende oplossingsrichtingen: 

  • Een garantiefonds (schadecompensatieregeling en garantiefaciliteit) waaruit ontstane schade kan worden gecompenseerd en productiecapaciteit van de sector kan worden geborgd en investeringen in innovaties in de anderhalve meter samenleving mogelijk worden. Richt daarbij ook zzp-overbruggingsregeling in. 
  • Een tweede specifiek steunpakket voor de culturele en creatieve sector. Maatwerk is daarbij noodzakelijk. Het eerste specifieke steunpakket is gebaseerd op de schade die is opgelopen tot het einde van deze week (1 juni). 
  • Doeluitkering in het gemeentefonds ten behoeve van compensatie huisvestingskosten van culturele instellingen tot in ieder geval 1 september aanstaande. Zie onze eerdere brief aan de minister van BZK van 13 mei jl. 

Daarnaast de volgende maatregelen 

  • Aanmerking van contactberoepen voor mensen op en achter het podium 
  • Fiscale stimuleringsmaatregel d.m.v. tijdelijke verlaging van BTW-tarief 
  • Tijdelijke verruiming van de Geefwet 
  • Stimulering van (innovatief) publiek opdrachtgeverschap door het vergroten van budgetten en het breder toegankelijk maken van bestaande stimuleringsregelingen voor innovatie. 
  • Stimulering en matching van private investeringen in de culturele en creatieve sector en publiek-private samenwerking (PPS) 
  • Sectorale kredietmogelijkheden voor investeringen in nieuwe producties 
  • Beïnvloeding van de vormgeving van een EU-noodsteunpakket voor de culturele en creatieve sector 
  • Uitbreiding van de lijst toegelaten SBI-codes (samengestelde lijst culturele en creatieve sector en evenementenbranche). 
  • Aanpassing van TOGS en TVL 

Aanpassing van Tozo en TOFA 

  • De voorgestelde TOFA is te minimaal, maak het uitkeringsbedrag hoger, en de drempel om toegang te krijgen lager voor alle oproepkrachten (vaak ook studenten en jongeren).
  • De partnertoets van Tozo 2 niet invoeren, neem economische zelfstandigheid van het individu als uitgangspunt. 
  • Behoud de mogelijkheid in Tozo 2 om uitkeringsperiode in de tijd aan te laten sluiten op Tozo 1. 

Wij zijn van harte bereid om bovenstaande punten verder toe te lichten. U kunt hiervoor contact opnemen met Marianne Versteegh, marianneversteegh@kunsten92.nl (0620539299). Wij wensen u veel wijsheid in het komende Kamerdebat. 

Met vriendelijke groet, namens 

Taskforce culturele en creatieve sector 
Federatie Creatieve Industrie Federatie Cultuur Creatieve Coalitie Kunsten ’92 
Erfgoedplatform van Kunsten ‘92 

Jan Zoet, voorzitter Kunsten ’92