Bioscoopmonitor: publiek vergrijst

Het aantal verkochte bioscoopkaartjes ging vorig jaar voor het eerst sinds 2007 licht naar beneden. Maar verder veranderde er niet zo bar veel, getuige de jaarlijkse Bioscoopmonitor van Stichting Filmonderzoek. Het meest opmerkelijke is dat de samenstelling van het bioscooppubliek langzaam aan het veranderen is: relatief minder jongeren en meer krasse knarren.

De macrocijfers uit het rapport waren grotendeels al bekend, want gepresenteerd tijdens de nieuwjaarsborrel van de bioscoopbranche.

De leeftijdsgroepen waarvan de meeste leden één of meer keer per jaar een filmpje pakt zijn nog altijd 16-23 jaar en 24-29 jaar. Die scoren respectievelijk 87% en 84%. Maar omdat de 40-54 jarigen nu eenmaal het grootste aandeel hebben in de algehele bevolking is die groep in absolute aantallen het grootste, goed voor 2.261.000 bioscoopbezoeken. Binnen de filmtheaters ligt de leeftijd van bezoekers over het algemeen hoger. Daar zijn 55-plussers zelfs goed voor 51% van alle verkochte kaartjes. Overigens zijn ook bij de reguliere bioscopen de ouderen in opmars. Er is duidelijk een vergrijzing van het filmpubliek aan de gang.

Nederlandse films zijn niet zo populair onder deze doelgroep. Slechts 11% van de 55-64-jarigen ging in 2018 naar een film van eigen bodem. In alle leeftijdscategorieën ging de animo voor Nederlandse productie omlaag, behalve in de groep 24-29 jaar. Tekenend is dat de man-vrouwverhouding bij Nederlandse films 32% versus 68% is, wat kan worden herleid op het grote aandeel romkoms.

Bron: Filmkrant