Minister van Engelshoven deelt zorgen NBF over veiligheid in film- en tv-sector

Producenten moeten meer doen om werken in de film- en televisiesector veiliger te maken. Met gedragscodes, een onafhankelijk meldpunt en gedragscodes voor producenten wordt nu gewerkt aan een actieplan, zodat in 2019 aanzienlijke stappen gemaakt kunnen worden op dit gebied.

Namens de NBF spraken Ron Toekook en Mardou Jacobs op 20 december met minister Ingrid van Engelshoven over veiligheid op de werkvloer in de culturele sector, en de rol die sectorfondsen en bestaande monopolies hier in spelen. Bij het gesprek waren ook de Kunstenbond, ACT (Acteursbelangen) en vertegenwoordigers uit de theater- en muziekwereld aanwezig.

De NBF richtte zich specifiek op de eigen sector en verwoordde de onveiligheid die veel medewerkers voelen bij Nederlandse producties. Lange werkdagen, uitsluiting, pesterijen en onder- of wanbetalingen zijn allemaal vormen van slecht werkgeverschap. Volgens de minister is weinig geld geen enkele reden om je plichten naar de opdracht- of werknemer te laten versloffen en (arbeids-)wetten te overtreden. De NBF heeft aangekaart dat er in omringende landen heldere gedragscodes gehanteerd worden op dit gebied, en dat producenten die zich daar niet aan de regels houden het riskeren om bijdragen van publieke fondsen mis te lopen. Voor de film- en televisiewereld is dat eenvoudiger te regelen, omdat het hier om rijksfondsen gaat.

Het monopolie van bijvoorbeeld een castingbureau en de onwil van producenten om hier iets aan te doen was ook een onderwerp dat de NBF naar voren heeft gebracht. Deze zogenaamde poortwachters in de sector, die leiden tot uitsluiting, zorgen ervoor dat binnen bepaalde disciplines bedrijven bepalen of mensen de kans krijgen te werken in de sector. Zo bepaalde Kemna Casting jaren als marktpartij vooral of een acteur rollen aangeboden kreeg. Door kritisch te kijken naar bedrijven die de culturele markt zo stevig in hun greep hebben en maatregelen in te stellen om die invloed te beperken, hoopt de NBF zulke praktijken te veranderen.

Op dit moment zijn de plannen omtrent het meldpunt vergevorderd. De werkgeversorganisatie van de podiumkunsten, de NAPK, heeft vorig jaar het voortouw genomen om een centraal meldpunt op te zetten. De NBF is niet tevreden met de manier waarop de NAPK de zaak aanpakt. De NBF is clusterhoofd van de makers, maar wordt als partij niet betrokken bij de oprichting van de overkoepelende stichting. Ook blijkt dat de NAPK een meerderheid van de bestuursplekken door producenten wil laten invullen.
De NBF vindt tenslotte dat de producenten – zij zijn immers de werkgevers, en verantwoordelijk voor de veiligheid op de werkvloer – uiteindelijk zouden moeten opdraaien voor de kosten. De minister was het hier nadrukkelijk meee eens. Overigens is de NBF wel alleszins bereid om mee te delen in de opstartkosten.

Al met al heeft de NBF in een brief helder aangegeven dat de manier waarop het meldpunt nu wordt opgezet, onacceptabel is. Ook de Kunstenbond geeft aan dat de producenten verantwoordelijk zouden moeten zijn voor de kosten van het meldpunt, en daarnaast geen inhoudelijke bestuursrol zouden moeten hebben.

De NBF is ook in gesprek met de Amerikaanse organisatie achter de intimiteitscoördinator, Intimacy Directors International (IDI). Vanuit hen komt binnenkort een plan van aanpak om dit concept samen met de NBF meer bekendheid te geven. De organisatie biedt twee diensten: cursussen voor crew- en castleden over de omgang met intimiteit in film tijdens de opnames, en het opleiden en aanbieden van intimiteitscoördinatoren. Op het moment dat de invulling vanuit IDI duidelijker is, gaat de NBF aan de slag met andere betrokken organisaties om de functie binnen Nederland een plek te geven.

In het eerste kwartaal van 2019 zijn er vervolggesprekken met de minister en de NAPK. De NBF blijft vechten voor een veiligere werkplek voor haar leden.

Hier kunt u de brief aan de minister lezen, en hier de beantwoording van de vragen van de minister.