Actualisering beleid en regelgeving Filmfonds 2019

Persbericht van het Nederlands Filmfonds
19 december 2018

ACTUALISERING BELEID EN REGELGEVING – 2019
-IMPULS Talentontwikkeling, Vernieuwing, Internationalisering en Filmeducatie
-ACTUALISERING Algemeen Reglement en Netherlands Film Production Incentive per 1 januari 2019
-ACTUALISERING deelreglement Ontwikkeling, Realisering, Distributie en Filmactiviteiten vóór 1 april 2019
-NIEUWE INITIATIEVEN met het Vlaams Audiovisueel Fonds, het IDFA Bertha Fund, Hubert Bals Fonds en Netherlands Post production Alliance

Zoals afgesproken in het regeerakkoord investeert dit Kabinet extra in cultuur en erfgoed. In dit kader ontvangen ook de cultuurfondsen een deel van de additionele middelen om talentontwikkeling, vernieuwing en internationalisering extra te kunnen stimuleren.

In aansluiting op uitkomsten van evaluaties, onderzoek onder stakeholders, voorstellen uit de sector en het advies van de Raad voor Cultuur heeft het Filmfonds de afgelopen maanden de inzet van de extra middelen met het ministerie van OCW afgestemd. In de voortgangsbrief Cultuur in een open Samenleving van 19 oktober 2018 heeft de minister van OCW de contouren toegelicht en in januari 2019 worden deze geformaliseerd.

Zoals ook in deze voortgangsbrief is aangegeven ontvangt het Filmfonds ook een deel van de impulsgelden voor filmeducatie ten behoeve van de uitvoering van een regeling voor filmeducatiehubs. In 2019 betreft dit een impuls om met een pilot te starten.

In deze nieuwsbrief vindt u meer informatie over de uitwerking van bovengenoemde beleidsintensivering. In het eerste kwartaal worden de deelreglementen Ontwikkeling, Realisering, Distributie en Filmactiviteiten op onderdelen geactualiseerd. Streven is de regelingen uiterlijk 1 april 2019 in werking te laten treden. Voor zover nieuwe aanvraagmogelijkheden op dit moment al zijn geconcretiseerd, wordt dit in deze nieuwsbrief meegenomen.

Daarnaast zijn er in het Algemeen Reglement en de Netherlands Film Production Incentive al een beperkt aantal aanpassingen doorgevoerd. Deze aanpassingen worden per 1 januari 2019 van kracht.

VERNIEUWING EN TALENTONTWIKKELING
In aansluiting op de uitgangspunten van de minister en op het beleidsplan van het Filmfonds 2017-2020 wordt de impuls ingezet voor:
-Versterking van het budget voor talentontwikkeling van makers buiten de reguliere ontwikkeling en realisering van producties om, via labs/ateliers/werkplaatsen;
-Versterking van het budget voor ontwikkeling, productie en distributie van innovatieve mediaproducties en experiment;
-Versterking van het budget om vraag en aanbod beter op elkaar aan te sluiten, nieuw publiek aan te spreken en de zichtbaarheid van Nederlandse films te vergroten.
De middelen zullen onder meer worden ingezet voor versterking van het programma Talentontwikkeling in Internationale context waarbij naast fictie en documentaire ook ruimte komt voor animatie.

Ook wordt er een pilotregeling opgezet om training d.m.v. labs en ateliers te stimuleren waarbij wordt samengewerkt met regionale initiatieven. Daarbij zal worden gelet op knooppunten waar samenwerking is of wordt opgezet tussen opleidingen, broedplaatsen, filmcommissions, fondsen en regionale omroepen om de infrastructuur voor professionele talentontwikkeling te versterken.

Daarnaast wordt de regeling voor New Screen Low Budget-films vernieuwd en versterkt, om buiten de geijkte paden artistiek-inhoudelijk risico’s te nemen. Er komt ruimte voor 3 lowbudgetfilms per jaar waarvoor een maximale bijdrage inclusief ontwikkeling van in totaal 450.000 euro per film beschikbaar wordt gesteld.

Ook de tweejaarlijkse regeling De Verbeelding van het Filmfonds en het Mondriaanfonds wordt voortgezet en versterkt; gelijk aan de regeling voor lowbudgetfilms wordt de maximale bijdrage voor de twee Verbeelding-films bijgesteld naar in totaal 450.000 euro (inclusief ontwikkeling).

Daarnaast wordt de regeling voor Filmfonds Shorts voor nieuwe makers uitgebreid en versterkt; jaarlijks komen 8 korte films in aanmerking voor een maximale bijdrage van 40.000 euro.

Begin komend jaar publiceren het Stimuleringsfonds Creatieve industrie en het Filmfonds ook de vernieuwde en verbrede Transmediaregeling, waarvoor beide fondsen voornemens zijn substantieel meer budget in te zetten. In aansluiting op de evaluatie van de regeling en plannen van de sector ligt de focus van de vernieuwde regeling op de ontwikkeling en realisering van interactieve en immersieve mediaproducties. De regeling wordt verbreed van enkel non-fictie naar non-fictie én fictie. In aanvulling daarop maakt het Filmfonds ook ruimte voor deelname aan labs.

Het Filmfonds zet daarnaast meer middelen in voor versterking van de promotie en distributie van Nederlandse films die met een bijdrage op grond van het deelreglement realisering tot stand komen, zowel via marketing & distributiebijdragen als via filmtheaters.

INTERNATIONALISERING
Het kabinet investeert extra in de versterking van het internationale culturele profiel van Nederland. Daarmee kan het Fonds het internationale profiel van de Nederlandse film en het talent verder stimuleren.

Het Fonds zet de middelen voor internationalisering onder meer in voor: extra beurzen voor talent om op internationale festivals en markten expertise op te doen, voor programma’s gericht op de profilering van Nederlands talent, deskundigheidsbevordering en netwerkverbreding en voor versterking van de inzet voor internationale promotie & distributie van Nederlandse films. Daarnaast wordt ook het sterk overvraagde budget voor minoritaire internationale coproducties verstevigd. In het verlengde van de vernieuwing van de Transmediaregeling, wordt er daarbij ook ruimte gemaakt voor interactieve en immersieve mediaproducties.

AANPASSING PRODUCTION INCENTIVE per 1 januari 2019
Gebaseerd op de positieve ervaringen in 2018 en vanuit een integrale visie op het film- en mediabeleid, zet het Filmfonds de Pilot voor High-end TV-series binnen de Production Incentive in 2019 voort. De mogelijkheden voor de professionele groei van de sector door verbinding van film en televisie met behulp van een structurele Production Incentive, wordt ook onderstreept in de recente evaluatie door het Britse onderzoeksbureau Olsberg SPI. Omdat er nog geen duidelijkheid is over de inzet van extra structureel budget voor de regeling, wordt de continuering van de Pilot gefinancierd uit resterende onderuitputting van het Incentive budget uit eerdere jaren.

Rekening houdend met de snelle veranderingen in de markt en met de resultaten uit de evaluatie wordt de regeling per 1 januari op een paar punten geactualiseerd:
-De drempel voor de aanvrager is verlaagd. De producent moet hoofdverantwoordelijk zijn geweest voor tenminste één eerdere film met een bioscoopuitbreng in Nederland.
-Op de eerder ingevoerde uitzondering om aanvragen in te dienen voor speelfilms met een lager productiebudget dan 1 miljoen euro is slechts in beperkte mate een beroep gedaan. Om desalniettemin aanvragers de mogelijkheid te blijven bieden om met een lager productiebudget aan te vragen, is de ondergrens structureel teruggebracht naar een minimum productiebudget van 600.000 euro voor speelfilm.
-Het minimale bestedingsbudget waarop de incentive-bijdrage wordt gebaseerd, wordt verhoogd van 100.000 euro naar 150.000 euro. In de afgelopen jaren voldeden filmproducties met een te laag bestedingsniveau (tussen de 100.000 en 150.000 euro) gaande het productieproces vaker niet meer aan de minimale vereisten van de regeling, en kwamen daardoor in de problemen.
-Het addendum op de regeling voor High-end TV-series & Single Episodes is op een aantal punten aangepast, waaronder de minutenprijs voor documentaireseries. Deze wordt bijgesteld van 3.500 euro naar 4.000 euro, zodat deze beter stuurt op het beoogde ambitieniveau voor een kwaliteitsserie.

Voor de geactualiseerde Production Incentive, klik hier.

AANPASSING ALGEMEEN REGLEMENT per 1 januari 2019
De aanpassingen in het Algemeen Reglement omvatten een nadere toelichting van definities van mediabedrijf en productiemaatschappij.

Ook is in het Algemeen Reglement artikel 17 uitgebreid, waarin wordt geregeld dat een subsidieontvanger kan worden gevraagd om ‘’om niet’’ toestemming te verlenen voor bijzondere vertoningen van producties, in het nationale belang of ter bevordering van de filmcultuur. Daarbij is nu ook opgenomen dat dit ook van toepassing is voor niet-commercieel educatief gebruik.

Voor het geactualiseerde Algemeen Reglement klik hier.

DE PLUS REGELING
Extra bijdrage in het kader van de samenwerking tussen het Vlaams Audiovisueel Fonds en het Nederlands Filmfonds

Jaarlijks zullen zowel het Nederlands Filmfonds als het Vlaams Audiovisueel Fonds één coproductie per jaar een extra bijdrage van 100.000 euro toekennen, bovenop de ‘klassieke’ coproductiepremie van 200.000 euro. Deze bijdrage, De Plus, gaat naar één van de toegekende projecten, dat door zijn productie-aanpak en door concrete distributie-engagementen het grootste potentieel heeft voor vertoning in het andere land (dus België/Vlaanderen of Nederland).

De extra bijdrage wordt tijdens de laatste ronde van het jaar toegekend. Projecten die eerder een bijdrage hebben ontvangen (maar nog in financiering zijn) komen ook nog in aanmerking, evenals projecten die in de laatste ronde worden ingediend. De bijdrage is voor een lange speelfilm of lange animatiefilm. Om in aanmerking te komen voor deze bijdrage zal onder meer worden gevraagd naar:
De visie van de twee samenwerkende NL/BE producenten met betrekking tot hun aanpak en strategie om dit te bereiken;
een crossmediaal marketing- en distributieplan waarin zowel de voorgenomen uitbreng in Vlaanderen en Nederland is uitgewerkt, vergezeld van een verklaring van een ervaren filmdistributeur met Benelux-rechten waaruit moet blijken dat deze vertrouwen heeft in het project en het beoogde publieksbereik en daarvoor een distributiegarantie wil toezeggen (ofwel verklaringen en distributiegaranties van een Nederlandse én Belgische distributeur);
een geactualiseerd financieringsplan waarvan De Plus deel uitmaakt.

Meer informatie volgt binnenkort op de website van het Nederlands Filmfonds.
Lees hier de actuele regeling en samenwerkingsovereenkomst met het VAF

NFF+IBF CO-PRODUCTION SCHEME Uitbreiding samenwerking met IDFA
Het Nederlands Filmfonds en IDFA breiden de samenwerking uit. Vanaf 2019 ondersteunt het Filmfonds onder de noemer NFF+IBF Co-production Scheme jaarlijks 2 internationale filmprojecten met een bijdrage voor realisering van 50.000 euro per project. Projecten die eerder zijn gesteund door het IDFA Bertha Fund (IBF) komen in aanmerking.

De bijdrage van het nieuwe NFF+IBF Co-production Scheme is een minoritaire coproductiebijdrage en wordt aangevraagd door een Nederlandse producent voor de realisering van het project. Met de bundeling van krachten bieden IDFA en het Filmfonds internationale en Nederlandse documentairemakers de kans én een extra impuls om in de creatie van bijzondere documentaires samen te werken.

Lees het nieuwsbericht hier. Meer informatie volgt binnenkort op de website van het Filmfonds.

DUTCH POST-PRODUCTION AWARD
Nieuwe Award gelanceerd door Filmfonds, Hubert Bals Fonds en de Netherlands Post production Alliance
Het Hubert Bals Fonds (HBF), het Nederlands Filmfonds en de Netherlands Post production Alliance (NPA) lanceren samen een nieuwe award: de Dutch Post-production Award. Filmprojecten die eerder door het HBF zijn gesteund komen in aanmerking voor een van de twee Dutch Post-production Awards, elk ter waarde van €50.000. Het geld moet worden besteed aan postproductie onder de hoede van een bij de NPA aangesloten Nederlandse studio.

Een voorselectie van maximaal zes projecten wordt in besloten kring gepresenteerd tijdens IFFR 2019. Daar kiest een jury de twee winnaars. De Dutch Post-production Award, gesteund door het Filmfonds, HBF en NPA wordt uitgereikt tijdens de IFFR Pro Award Ceremony op woensdag 30 januari 2019 tijdens de 48ste editie van IFFR.

Lees het nieuwsbericht hier. Meer informatie volgt binnenkort op de website van het Filmfonds.