Verslag Netwerkborrel Scripts en IP ontwikkelen voor streamers

De NBF Netwerkborrel van 26 november ging over IP (‘intellectual property’) en content aan de man brengen bij grote streaming diensten. Op het podium stonden Nine Bennink, advocaat bij Van Kaam advocaten een kantoor gespecialiseerd in IP en media. En Ron Toekook, bestuurslid van de NBF. Na de Filmacademie werkte hij met media, VOD, voetbalrechten, marketing en online. Let ook op het verschil tussen showrunners en de regisseur. Sinds een jaar of drie is hij weer terug in de filmindustrie. Let ook op het verschil tussen showrunners en de regisseur. De vragen die centraal stonden deze avond: Hoe houden wij als makers geld over aan wat we maken in het veranderend medialandschap.

Ron schetst hoe dat nieuwe medialandschap eruit ziet. In Nederland heeft nu 35% Nederlanders heeft een Netflix account, onder jongeren tussen de 20 en 30 jaar is dat overigens 65%. Videoland heeft nu 6%, en is snel aan het groeien. 80% van de mensen kijkt VOD via het tv-scherm. Soms is er wat pessimisme over deze nieuwe ontwikkelingen: iedereen download het toch wel gratis wordt vaak gedacht. Maar dat valt heel erg mee. Men is best geneigd om geld uit te geven aan een abonnement. In de zaal zitten zelfs een paar mensen die meerder abonnementen hebben. Vergelijk dat eens met tien jaar geleden, toen gaven mensen veel minder uit. Je huurde een video à 5 euro en in de uitverkoop een CD van een tientje. Van een uitgave patroon van zo’n 50 euro per jaar, gaan we nu naar 120-150 euro per jaar. Straks zijn er 4 -5 grote aanbieders bij en het is interessant om te gaan zien hoeveel mensen bereid zullen zijn om meerdere abonnenten aft te sluiten.

Traditionele rollen, zoals die van de distributeur in de filmindustrie verdwijnen. In plaats van een distributeur zijn analytics de manier om je publiek te vinden. In plaats van zendercoördinatoren, willen mediagebruikers zelf beslissen wat en wanneer ze kijken. 5% heeft al geen TV-pakket meer, dat is een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar en de verwachting is dat dat snel zal toenemen. Ook adverteren is anders, 25% kijkt vanwege advertenties, maar 60% wordt via social media op producties gewezen.

Voor makers is er goed nieuws, er komt namelijk veel geld deze kant op. De Europese Unie heeft afgelopen oktober nieuwe regelgeving ontwikkeld. Meer dan 30% van alle content moet uit de EU komen. De funding daarvoor moet of via producties die internationale aanbieders zelf in opdracht geven worden of via nationale fondsen gaan. De bijdrage moet evenredig zijn aan de opbrengsten, bruto ongeveer 260 miljoen. Nine vult aan: de regelgeving uit Europa is altijd heel breed geformuleerd het is aan de lidstaten zelf om met concrete regelgeving te komen en dat verder in te vullen. De regelgeving gaat nu naar EU-ministers en als die de wet bekrachtigen dan gaan deze regels binnen 21 maanden per land bekrachtigd worden, in 2021 ongeveer. Amazon en Netflix zijn al een het voorschakelen. Woensdag hebben de grote partijen, de publieke omroep en Netflix bij de minister gezeten. Netflix heeft daarbij aangeven dat ze niet van plan zijn om geld af te dragen aan de Nederlandse staat, ze gaan waarschijnlijk op dezelfde manier te werk als in de V.S. en financieren lokale producties dus zelf direct.

Als je in Nederland content ontwikkelt doe je een aanvraag bij een filmfonds om een scenario te ontwikkelen. De grote internationale streaming aanbieders werken met zogeheten ‘production deals’. Shonda Rhimes bijvoorbeeld krijgt 150 miljoen om de komende vijf jaar series te ontwikkelen, en die 150 miljoen bevat dus nog niet de productiekosten. Dat zijn on-Nederlandse bedragen, maar Shonda Rhimes – die al veel populaire en 10 seizoenen lopende series op haar conto heeft –  brengt natuurlijk een heel pakket mee: een team van hele goeie agenten die de beste acteurs kunnen regelen, een legal-team, de beste showrunner, enzo verder. Dus wat zij in de vijf jaar gaat ontwikkelen heeft een hele grote kans van slagen. Komt er iemand in Nederland in de buurt daarvan is de vraag vanuit het publiek? Johan Nijenhuis is volgens Ron wel zo iemand: die levert al lang een goeie kwaliteit, die kan je geld geven en dan heb je grote zekerheid dat er iets goeds komt.

De logische vraag vanuit het publiek: Hoe krijg je als creative zo’n ‘production’ deal voor elkaar, waar bel je aan, moet dat altijd via een producent? Ron stelt dat daar geen eenduidig antwoord op te geven is. Als je bijvoorbeeld via een distributiedeal voor een eerdere productie al contact hebt, kun je makkelijker aankloppen want dan heb je een relatie opgebouwd. En als je een goeie staat van dienst hebt dan kun je in de race komen om ‘preferred supplier’ te worden. Waar veel makers op stuklopen is de pitch. Voor een serie die vijf seizoenen moet gaan lopen, voldoen een paar a4’tjes niet. Je moet heel erg goed je huiswerk hebben gedaan, in de VS moet het allemaal al helemaal uitgeschreven zijn. Daar staat tegenover dat er een enorme honger is naar content, de pijplijn moet gevuld. En Amazon en Netflix zijn flink geld aan het uitgeven voor het opleiden van mensen en bouwen van studio’s.

Netflix biedt nu voor 80% ‘licenced content’ die ze kopen productiebedrijven en distrubuteurs en dat kost veel geld en de kwaliteit hebben ze niet in de hand. Netflix zet nu vol in op ‘original content’, maar dat is ook niet makkelijk. Er is nu een strijd tussen de creatives en de ‘analytics’. De analytics weten wat gekeken wordt en willen meer van dat. De creatives zeggen natuurlijk; mensen willen steeds iets nieuws, niet meer van hetzelfde. Amazon kiest ook voor original content en zet daarbij hoog in op kwaliteit. Ze maken alleen films die ze naar festivals kunnen sturen, ze willen prijzen winnen. Videoland heeft weer een andere strategie, die kopen alleen in voor de kijkers tussen 20 en 25 jaar. Dat zijn zaken waar je als aanbieder van op de hoogte moet zijn, aldus Ron.

Nine neemt het woord en vertelt meer over intellectueel eigendom en auteursrecht. Iets waar alle aanwezigen wel eens mee te maken hebben of over nadenken. Intellectueel eigendom is eigendom van alles wat uit de geest komt, oftewel intellectuele scheppingen. Daaronder vallen onder auteursrecht, merkenrecht, octrooien, domeinnamen, know-how, bedrijfsgeheimen. Auteursrecht beschermt onder meer films en scenario’s. In Nederland ontstaat auteursrecht automatisch als je iets maakt, bijvoorbeeld als je een boek schrijft. Je hoeft je boek niet te claimen of een copyright teken te plaatsen. Er kunnen wel problemen komen wanneer auteursrecht bij meerdere mensen ontstaat. Bijvoorbeeld als je gezamenlijk aan iets werkt, zoals bij een film, of als meerdere mensen gelijktijdig aan een vergelijkbaar werk werken. Hoe verdeel je dan de rechten en hoe bewijs je bijvoorbeeld dat jij eerder was. Daarom is het van belang om na te denken over jouw intellectueel eigendom en de bescherming daarvan.

Voorbeeld wanneer je een scripts schrijft, kun je stellen dat je het scenario hebt geschreven, of je kunt vaststellen dat je de verhaallijnen en karakters hebt geschreven. Dat kan grote vervolgen hebben in het geval dat die karakters in een volgende productie opnieuw voorkomen. Ookal heb je dan het scenario niet geschreven, dan kun je wel licenties verlenen voor het gebruik van jouw karakters. Je doet jezelf dus tekort als je alleen auteursrecht claimt over het scenario.

Maar hoe handhaaf je je rechten, hoe bewijs je bijvoorbeeld dat een verhaal of een karakter jouw schepping is? Ine somt de mogelijkheden op: Je kunt een aangetekende, dichte enveloppe met datum stempel naar jezelf sturen. Dat is geen juridische handeling, maar het is wel bewijs. Je kunt dat ook bij het merkenbureau laten doen, door een notaris, het Idepot is een goedkopere online optie. Je kunt zelf een soort dossier met bewijsmateriaal opbouwen uit e-mails, documenten, werktekeningen enzovoorts. Dat is misschien niet helemaal sluitend en waterdicht juridisch bewijs, maar je kunt dan wel je verhaal aannemelijk maken. In het geval het voor de rechter komt heb je een grotere kans dat je in het gelijk wordt gesteld.

Het bewust zijn van je rechten is cruciaal, want in de kern is het je verdienmodel, aldus Nine. Jij kunt besluiten wat je ermee wilt doen: in licentie geven, verkopen, voor jezelf houden, gratis weggeven. Een advocaat kan je daarbij helpen, zeker als je zoekt naar maatwerk en zeker als je onderhandeld met buitenlandse partijen. Er zijn grote verschillen tussen Nederlands en Angelsaksisch recht. In Nederland staat veel in de wet en hoef je niet alle details vast te leggen in een contract. In de VS is het recht veel meer gebaseerd op de rechtspraak en daarom moet je alles tot in detail in contracten vastleggen. In het geval je een contract met een buitenlandse partij aangaaft, dan neem jein het contract een rechtskeuze voor Nederlands of bijvoorbeeld Amerikaans recht op. Als je dat tekent dan kun je dat niet meer terugdraaien en zal een Nederlands rechter onbevoegd zijn om een geschil over dat contract te behandelen.

Een van de aanwezigen is de weg kwijt en vraagt: Waarom hebben we het hierover en niet over heo je content te verkopen? Ron antwoordt de rechten en de onderhandeling daarover bij de verkoop van je content een belangrijk onderdeel is. Als je straks bij Netflix aanklopt zul je stap voor stap al je rechten moeten gaan omschrijven en uitonderhandelen. Het is heel erg belangrijk voor jou als maker als je straks aan tafel zit met zo’n Amerikaanse partij dat je kapitaal beschermt. Nine voegt toe: Vaak in is het standaard in dit soort contracten dat de rechten over alle vormen van exploitatie worden overgedragen. Dan kun je ook in de toekomst daar nooit meer zelf iets mee doen. Let ook op het verschil tussen showrunners en de regisseur, het kan zo zijn dat de regisseur geen auteursrecht over een productie heeft omdat die bij de showrunner liggen. Bedenk dus goed welke rol je voor jezelf wilt? Dit zijn zaken die je aan de onderhandelingstafel helder moet krijgen.

Een vervolgvraag van een andere aanwezige: Heb je als maker in zo’n geval wel de mogelijkheid om iets aan het contract te veranderen, is geen kwestie van ‘take it or leave it’? Nine antwoordt dat het inderdaad zo kan zijn dat je mensen tegen je in het harnas kan jagen als je met je eigen contract aan komt zetten. Dat wil niet zeggen dat je alles moet slikken, je kunt winst boeken op elementen, bijvoorbeeld op het beperken van de exploitatieduur. Ron: het voordeel wat je als maker op dit moment hebt ten opzichte van Netflix of Amazon, dat het geld er tegen de plinten klotst en dat ze haast hebben. Ze hebben over een jaar Nederlandse content nodig. Daar kun je voordeel mee doen. Garandeer bijvoorbeeld dat je productie op tijd klaar is, dat is heel erg belangrijk voor ze, en eist daartegenover meer auteursrechten.

Waar veel aanwezigen natuurlijk nieuwsgierig naar zijn is wat nu het verschil is als je gaat pitchen voor grote streamers? Ron stelt dat de vragen heel anders zijn dan dat je gewend bent. In Nederland is het loskrijgen van geld voor de productie de lastigste horde, daar moet je heel veel energie in steken. Het scenario is daarbij bijna van ondergeschikt belang. Bij Netflix is dat andersom: het scenario, de verhaallijnen en karakters moeten heel erg goed zijn en als dat lukt komt er geld. Je moet niet alleen de hele eerste aflevering kunnen vertellen, maar ook vertellen wat er gebeurt in seizoen vijf, aflevering zes. Wat ze van je willen weten is: snap je het verhaal en kun je het maken? De rest, doelgroep, marketing, productiekosten dat is minder urgent. Het kan zijn dat je van eerste gesprek naar een ‘go’ maar 4 weken nodig hebt, dat was het geval bij Pupkin. Maar een van de aanwezigen vertelt dat hij al maanden in gesprek is met Netflix, er komen steeds meer vragen bij – hele goeie feedback overigens, heeft hij ervaren. Ron geeft aan dat je ook binnen een dag een afwijzing van één zin kunt krijgen.

‘Ze’ zijn in dit geval bij Netflix een stuk of vijf hoofden die ‘green light’ bevoegdheid hebben.  Binnenkomen is natuurlijk lastig en daar zijn meerdere routes voor, maar het is gewoon moeilijk om Nederlandse content aan de man te brengen, omdat het kwaliteitsniveau eigenlijk te laag is. Om makers beter voor te bereiden op deze manier pitchen stelt Ron voor dat er een soort van wasstraat zou moeten komen, waarin creatieven tijd en middelen hebben om hun ideeën te perfectioneren, te toesten en klaar te stomen om met grote internationale partijen aan tafel te gaan. Het zou een interessant idee zijn om meer te kijken naar de werkwijze bij de Amerikaanse ‘production deals’. Dat zijn teams van mensen die samenwerken om de beste concepten te bedenken en ontwikkelen, dus het advies is: ga bij elkaar zitten. Want met deze aanbieders begeef je je in een heel ander concurrentiegebied, aldus Ron. Jouw nieuwe concurrentie zit hier niet in de zaal, je concurrentie zijn mensen die al decennia de beste crimi’s maken in Duitsland bijvoorbeeld. Mensen die al shot-voor-shot kunnen vertellen wat er gaat gebeuren. Daar moet je je aan meten. Als mensen verder willen meepraten en -denken over de ontwikkeling van een wasstraat mail dan naar ron@nbf.nl.

Er werd nog lang nagepraat in de zaal en mogelijk komt er een vervolg op deze netwerkborrel over de vraag hoe content bij grote internationale streamers aan de man te brengen.