Producent moet makers Soof 2 meer geld betalen

Producenten Millstreet en Keyfilm moeten de schrijver en de regisseur van de komedie Soof 2 meer geld betalen omdat de film een grote hit in de Nederlandse bioscopen is geweest. Dat heeft de geschillencommissie Auteurscontractenrecht bepaald in een uitspraak die is gepubliceerd op de website Ie-forum.nl. Hier worden alle juridische uitspraken gedeeld die gaan over intellectueel eigendom.

Sinds 2015 is een nieuwe auteursrechtenwet van kracht waarin een zogenoemde ’bestsellerclausule’ is opgenomen. Dit betekent dat als met een film, boek of lied heel veel geld wordt verdiend, makers die vinden dat zij niet genoeg hebben gedeeld in de winst hierover aan de bel kunnen trekken.

De makers van Soof 2 vonden hun royaltyvergoeding van 5 en 7 procent (voor de schrijver en regisseur) niet voldoende. De commissie gaat mee in deze klacht en stelt dat de producenten 10 en 12 procent van de royalties moeten afdragen. De producenten ontvingen 50 procent van de royaltyvergoeding, een verhouding die de geschillencommissie „ernstig onevenredig” noemt.

Afhankelijk
Het is voor zover bekend de eerste maal dat makers van een hitfilm naar de geschillencommissie stappen. Soof 2, die vertelt over de besognes van een neurotische vrouw die na haar scheiding probeert een nieuw leven op te bouwen, trok in de Nederlandse bioscopen 900.000 bezoekers en bracht zo’n 8 miljoen euro op.
„Als maker ben je in dit soort gevallen afhankelijk van de afspraken die een producent maakt met de andere belanghebbenden in de keten, zoals exploitanten, distributeurs of bioscopen”, stelt regisseur Esmé Lammers. „Maar schrijver Marjolein Beumer en ik vonden het heel krom voelen. Als producent heb je bij een hit weer een leuk bedrag om nieuwe films te gaan maken, terwijl je als creatieve maker weer moet aankloppen bij alle fondsen. Het bedrag dat de geschillencommissie ons toekent biedt ons ook de mogelijkheid en ruimte om in alle rust een nieuw project te gaan ontwikkelen.”

Precedentwerking
Lammers hoopt dat van de uitspraak een precedentwerking uitgaat. „Veel makers zijn toch bang om hun vingers aan zo’n procedure te branden, omdat je vaak in de toekomst nog met producenten hoopt samen te werken.”
De producenten laten maandag weten zich te beraden op een reactie op de uitspraak. Zij kunnen akkoord gaan met de uitspraak of zij kunnen ervoor kiezen in hoger beroep te gaan. Dit moeten zij binnen drie maanden kenbaar maken.

Bron: Telegraaf