Nederland en Federatie Wallonië-Brussel tekenen coproductieverdrag voor films

Nederland en Federatie Wallonië-Brussel hebben vandaag een coproductieverdrag voor films ondertekend. De ondertekening vond plaats in Brussel door minister Jet Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en mevrouw Joëlle Milquet, minister van Onderwijs, Cultuur en Jeugd van Federatie Wallonië-Brussel. Ook de minister-president van Federatie Wallonië-Brussel, Rudy Demotte, zal het verdrag nog ondertekenen.

Het verdrag creëert aantrekkelijkere condities voor creatieve en economische uitwisseling met het doel coproductie van films en andere creatieve mediaproducties tussen Nederland en Federatie Wallonië-Brussel te stimuleren.

Beide partijen zullen coproducties die binnen de afgesproken kaders worden gerealiseerd, erkennen als nationale films. Deze komen daarmee onder voorwaarden in aanmerking voor wederzijdse steunmaatregelen.

Elke coproducent dient een concrete bijdrage te leveren op creatief en technisch gebied, in lijn met de ingebrachte financiering. Met instemming van de verdragspartijen kan een filmproductie kwalificeren indien de coproducent tenminste 10% en maximaal 90% van de financiering van de productiekosten inbrengt. Ook de distributie en promotie van kwalificerende producties wordt bevorderd om deze bredere toegang te geven tot het publiek in beide territoria.

Het WBFC (Filmfonds van Federatie Wallonië-Brussel) en het Nederlands Filmfonds  namen het initiatief voor het verdrag met ondersteuning van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.Na het uitspreken van de wens tot samenwerking door professionals in Nederland en Federatie Wallonië-Brussel besloten de fondsen om deze officieel te formaliseren.

Doreen Boonekamp, directeur van het Nederlands Filmfonds: “Dit verdrag biedt de noodzakelijke structuur om de creatieve samenwerking tussen professionals in beide territoria een impuls te geven en tevens de vertoning van onze films buiten de eigen landsgrenzen te stimuleren.”

Emmanuel Roland, hoofd Filmproductie bij WBFC: “Recent onderzoek toont aan dat internationale cinematografische coproductie een must is. Het opent nieuwe culturele mogelijkheden, stimuleert diversiteit en nieuwsgierigheid naar andere verhalen en manieren van denken en het maakt uitwisseling van creativiteit mogelijk. Verder is het de beste manier om samenwerking tussen professionals te bevorderen en gezamenlijke doelen te halen op het gebied van beeld, geluid, set design, montage etc. Ook geeft het projecten kansen om andere financiering te vinden en opent het nieuwe markten voor distributie.”

Het coproductieverdrag met Federatie Wallonië-Brussel is na Frankrijk, Canada, Duitsland, China en Zuid-Afrika het zesde verdrag dat Nederland ondertekent.

Bron: Nederlands Filmfonds