Najaarsoverleg: uit liefde voor de film
Elk half jaar komt de vaderlandse filmwereld bij elkaar in het Ketelhuis om het te hebben over brandende kwesties. Het Najaarsoverleg ging ditmaal over de distributie en vertoning van de artistieke film. Komt deze in de verdrukking door het stijgende aantal titels en keuze voor grotere films?
Verschillende distributeurs, programmeurs en filmtheaterdirecteurs schoven gisterenavond aan aan tafel bij Ketelhuis directeur Alex de Ronde. Ze zouden het hebben over de nijpende positie van de kleinere arthousefilm in de filmtheaters.
Over het uitgangspunt van de eerste stelling konden ze het echter niet eens worden: is er nu wel of niet een groter aanbod aan films? Edgar Daarhouwer van distributeur Paradiso Filmed Entertainment stelde dat de toenemende hoeveelheid films in release zorgt voor korte periodes waarin films in de bioscoop te zien zijn: “De hit & run release, met de hoop op een langere run.” Pim Hermeling van distributeur September Films was dit niet opgevallen: “Het aantal in de bioscoop uitgebrachte films verschilt amper met wat het vroeger was. Wel zijn de filmtheaters commerciëler gaan programmeren.”
Eenheidsworst
Dat commerciëler programmeren resulteert volgens Babette Wijntjes van distributeur Cinemien in een soort eenheidsworst: “Iedereen duikt op de grotere arthousetitels, waardoor er weinig plek overblijft voor de kleine films.” Gerard Huisman van distributeur Contact Film beschuldigt de theaters ervan alleen nog maar naar cijfers te kijken, in plaats van naar inhoud. “Men gaat niet meer achter de film staan, maar kijkt alleen maar naar hoe deze het doet.” Is hier dan niet juist een taak voor de gesubsidieerde filmtheaters weggelegd? “Wij hebben nou eenmaal te maken met cijfers,” stelde programmeur van Cinecenter Michele Cremers. “Het is de taak van gesubsidieerde theaters om kwetsbare films te draaien.”
Ido Abram, adjunct directeur van EYE, beaamt dat maar brengt nuance aan: “Verschillende gesubsidieerde theaters hebben een verschillende taak; bijvoorbeeld het creëren van randprogrammering of verzorgen van educatie. Maar dat betekent niet dat je geen potentieel grote titel kan programmeren. Het gaat om de balans tussen de grote en kleine films.” Zijn gesprekleidersrol vrijwaarde de Ronde niet van de moeilijke vragen. Ook hij werd gedwongen te antwoorden op de vraag waarom hij er, als gesubsidieerd filmhuis, voor kiest soms ook grotere titels te programmeren. “De schoorsteen moet ook hier roken.”
Liefde voor film
Kadir Selçuk, eigenaar van The Movies en Filmhallen, maakte zich boos: “Het gaat niet om commercialiteit, maar om liefde voor film. Voor goeie films moet je ruimte maken. Wij, de programmeurs, maken films groot of klein.” Sterker nog, volgens Huisman is het juist het draaien van een film, dat de behoefte ernaar creëert bij het publiek. Als we als distributeurs en programmeurs de handen in een slaan, dan kunnen we het publiek enthousiast maken voor bijzondere, kleine films, luidde vervolgens de collectieve, ondanks de wat negatieve teneur van de avond, positief klinkende conclusie.
En zo lijkt het eind goed al goed. Ware het niet dat er de hele avond met geen woord is gerept over het veranderende filmlandschap wat betreft distributie. Het woord VOD viel niet één keer. En dat op een dag waarop de Vereniging van Professionele Speelfilmondernemers naar de rechter stapte om de Nederlandse staat aansprakelijk te stellen voor de schade die de filmsector leidt door illegale downloaden. Misschien iets voor het volgende overleg.
ron: De Filmkrant, Sacha Gertsik