Verslag NBF netwerkborrel op maandag 26 januari: Going Green: Duurzaamheid in de Film- en Televisiewereld
Op maandag 26 januari organiseerde de NBF een thema-avond in De Kring over ‘Going Green: Duurzaamheid in de Film- en Televisiewereld.’
Allereerst spreekt Els Rientjes over het verduurzamen van de Nederlandse filmsector. Sinds 1 januari 2015 is zij Sustainability Manager in opdracht van het Nederlands Filmfonds. Het is haar taak om de huidige situatie in kaart te brengen en te onderzoeken waar verbeteringen kunnen plaatsvinden. Ook gaat zij producenten adviseren die duurzamer willen produceren. In de aanloop naar het bekleden van haar functie heeft Els veel inspiratie opgedaan bij andere sectoren, zo kwam ze bij Interface terecht.
Interface is de wereldmarktleider in moleculaire vloerbedekking en gedreven door duurzaamheid. Geanne van Arkel geeft een inkijkje in het proces naar verduurzaming binnen Interface. Geanne heeft gemerkt dat het goed heeft gewerkt om terug te gaan naar de basis van het bedrijf. Welke keuzes maak je eigenlijk allemaal in de levenscyclus van het bedrijf en kan dit ook duurzamer (en goedkoper)? Toen de eerste stappen gezet waren, merkte Geanne dat andere mensen zelf met eigen ideeën kwamen om bij te dragen. Geanne geeft aan dat het ook belangrijk is om je eigen positie nogmaals te evalueren. Wil je een volger of een aanjager zijn? Als een fabrikant tegen jou zegt dat iets alleen maar op een bepaalde manier geleverd kan worden, dan kun je dit accepteren en doorgaan met waar je mee bezig bent, maar je kunt als afnemer van een product ook eisen dat er verandering komt.
In het publiek ontstaat er een discussie over hoe de vertaalslag gemaakt kan worden naar de praktijk van het filmmaken. Zo wordt er gezegd dat de filmsector al veel stappen gemaakt zijn om een hele groene sector te zijn, en dat er in vergelijking met andere sectoren al veel is gedaan. Zo zijn films geen chemische producten (filmrollen) meer en zijn grote decors vaak al vervangen voor een green screen en in de postproductie ingevoegd. Maar niet iedereen is het hiermee eens, anderen vinden dat er nog veel kan veranderen en dat je altijd moet proberen om door te groeien. Zo zou er meer stock-materiaal gebruikt kunnen worden voor algemene shots. Ook zijn er duurzamere locatiemogelijkheden in ontwikkeling, waarbij er bijvoorbeeld veel water bespaard kan worden bij het toiletgebruik op de set.
Veel grote producties worden tegenwoordig opgenomen in Hongarije en het reizen daar naar toe is niet groen, laat staan het optuigen van hele Nederlandse dorpen en steden. Maar tegelijkertijd worden die decors ook weer hergebruikt. Daardoor is het niet altijd gemakkelijk te bepalen wat de groenste weg is.
Els zegt toe om alle opmerkingen, tips en kritische noten uit de discussie mee te nemen. Tevens roept zij iedereen op om te kijken naar zijn/haar eigen departement en hoe hierbij duurzamer gewerkt kan worden.
Als laatste haakt Jo Voet van het Ministerie van Economische Zaken in op de discussie. Hij heeft vanuit zijn positie al veel van dit soort discussies meegemaakt binnen allerlei sectoren. Toch zijn er twee kernpunten die voor elke sector gelden.
1. Groen is Poen, duurzaam produceren is meestal gewoon goedkoper. Dit economische motief is voor iedereen belangrijk.
2. Wie niet duurzamer gaat werken zal op een gegeven moment ‘out of business’ raken. Als een klant kan kiezen tussen twee opties die even duur en even mooi zijn, kiest deze het vaakst voor de duurzame keuze.
Els voegt toe dat er nog een derde punt is, namelijk dat we ook duurzamer moeten produceren om een leefbare wereld na te laten aan onze kinderen en kleinkinderen.
We kijken terug op een enerverende avond met inspirerende verhalen en een interessante discussie. We zien iedereen graag weer op maandag 16 maart tijdens onze avond over digitale distributie. Tot dan!