Drie extra prijzen uitgereikt bij slot CineMart

CineMart, de co-productiemarkt van het IFFR, sloot gisteren haar 31ste editie af met niet twee maar vijf prijzen. Het Amerikaanse Global Film Initiative besloot tijdens de CineMart drie projecten te belonen met 10.000 dollar elk. Daarnaast zijn de Eurimages Co-Production Development Award (30.000 euro) en de Arte International Prize (7.000 euro) uitgereikt.

De belangrijkste prijs van CineMart, de Eurimages Co-Production Development Award voor beste project met een Europese partner, ging dit jaar naar Tabija van Igor Drljaca (Bosnië-Herzegovina). Drljaca heeft al diverse korte films op zijn naam staan en zijn debuut Krivina werd geselecteerd voor de 2013-editie van het IFFR. Voor Tabija kreeg de regisseur eerder al ondersteuning via het Hubert Bals Fonds.

De Arte International Prize voor beste CineMart-project ging naar Happy Time Will Come Soon van Alessandro Comodin (Italië/Frankrijk). In deze film over familieverhalen in het Noord-Oosten van Italië borduurt Comodin voort op zijn debuut L’estate di Giacomo, dat in 2012 te zien was in Rotterdam. Comodins korte documentaire Jagdfieber (2008) is vertoond tijdens de Director’s Fortnight in Cannes.

Normaliter blijft het bij deze twee prijzen. Maar niet dit jaar. Susan Weeks Coulter, voorzitter van de raad van bestuur van het Global Film Initiative, was zo onder de indruk van het aanbod dat ze besloot drie projecten niet te vragen een voorstel in te dienen bij het Californische fonds maar ze meteen een substantiële geldprijs te geven. Tienduizend dollar ging naar Chingari – The Spark van Rajesh S. Jala (India), Nervous Translation van Shireen Seno (Filipijnen) en Mustang van Deniz Gamze Ergüven (Turkije/Frankrijk/Duitsland). Of de Global Film Initiative Grants een jaarlijks terugkerend fenomeen zullen worden is niet bekend. De uitreiking dit jaar zal wellicht ook iets te maken hebben met het 25-jarige bestaan van het Hubert Bals Fonds, waar het Amerikaanse fonds naar is gemodelleerd.

Dat het niveau hoog was dit jaar en de interesse idem dito, bevestigt Bianca Taal, programmeur van het IFFR. ‘Voor ieder project waren er meer gespreksaanvragen dan we konden inplannen. We moesten selectief zijn. Toch zijn er nog zo’n 1025 meetings geweest. De concrete resultaten laten zich nu nog niet goed inschatten; pas na Berlijn worden de meeste deals definitief beklonken.’

Aan CineMart 2014 deden 25 projecten mee, waaronder drie Art:Film-projecten die te situeren zijn op de grens van film en beeldende kunst, en twee Boost!-projecten waarvoor CineMart de laatste halte is in een traject dat begonnen is met ondersteuning door het HuBert Bals Fonds. Zoals ieder jaar worden drie titels uit CineMart per Rotterdam-Berlinale Express doorgestuurd naar het filmfestival in Berlijn. Dit jaar zijn dat Let There Be Morning van Eran Kolirin (Israel), Fresh van Peter Webber (Frankrijk/Colombia) en United States of Love van Tomasz Wasilewski (Polen).

Bron: De Filmkrant