EYE draait een succesvol openingsjaar

EYE kan terugzien op een succesvol openingsjaar, met lovende pers en een overweldigend bezoekersaantal. Valt er nog wat te wensen?

Door Joost Broeren en Jos van der Burg

In Dick Maas schuilt geen profeet. Geen Amsterdammer zal het IJ oversteken voor EYE, wist de maker van Hollandse polderthrillers vorig jaar zeker. Het ‘megalomane project’ zou een flop worden. Hij was niet de enige die twijfels had bij EYE. Ook in de Filmkrant werden bij de opening in april 2012 vraagtekens gezet bij de 225 duizend bezoekers die EYE het eerste jaar wilde trekken. Drie keer zoveel als het jaarlijkse bezoek aan het Filmmuseum in het Vondelpark. Ook in het licht van de ongeveer 400 duizend bezoekers die de Cinemathèque — het Parijse Filmmuseum — jaarlijks trekt, leek 225 duizend bezoekers nogal hoog ingeschat. Geen kwaad woord over Amsterdam, maar het is geen Parijs.
Enfin, een jaar later brengen de cijfers de sceptici tot zwijgen. EYE trok in minder dan een jaar — elf maanden om precies te zijn — 334 duizend betalende bezoekers. Daarvan gingen er 216 duizend naar filmvoorstellingen en 118 duizend naar een van de exposities. Als de bezoekers aan de gratis toegankelijke activiteiten, zoals de vaste interactieve expositie in de ‘basement’, restaurantbezoek, rondleidingen en zaalverhuur worden meegeteld, verdubbelt het bezoek tot 670 duizend.
Het zijn duizelingwekkende cijfers, vindt ook EYE-directeur Sandra den Hamer: “Het is meer dan we hadden durven dromen.” De explosieve publiekstoename bevestigt haar in haar opvatting dat EYE meer betekende dan een verhuizing. “Wij hebben het nooit over verhuizing gehad, maar altijd over het heruitvinden van het Filmmuseum. Het ons op een breder publiek richten, valt daaronder.” Tevreden is Den Hamer ook over de herkomst van het publiek. Uit een na de eerste drie maanden gehouden onderzoek blijkt dat 42% van de bezoekers uit Amsterdam komt, 48% uit de rest van Nederland, en dat 10% buitenlandse toeristen zijn.

Commerciële films
Toch klinkt er enige kritiek bij de buitenwacht over de manier waarop EYE zich manifesteert: te commercieel, te veel interne concurrentie van films en programma’s en te weinig cinematheek-achtig. Daniëlle Koot, hoofd programmering van Pathé, vindt dat EYE oneerlijke concurrentie bedrijft. “Ze draaien commerciëler dan je van een Filmmuseum zou mogen verwachten.” Ze noemt als voorbeeld de Dreamworks animatiefilm Rise of the Guardians. Koot vindt dat “de enorme subsidie” van EYE niet bedoeld is voor zulke grote commerciële films. En ze vindt dat EYE meer kleine Nederlandse films moet draaien. “Ik constateer dat er voor een kleine film als Milo in EYE geen ruimte was.” Dat spreekt Den Hamer tegen: “We hebben Milo wel gedraaid, in de second run toen Pathé de film er na één week uitknikkerde.”
Alex de Ronde, directeur van Het Ketelhuis, kan zich enigszins vinden in de kritiek. “Het aandeel van jeugdfilms halveerde in de eerste maanden na de opening van EYE bij ons van 30% naar 15% procent van onze filminkomsten. Als je in de hele stad op affiches kan zien dat Koning van Katoren bij EYE draait, ga je voor die film niet naar Het Ketelhuis. Het is een ongelijke strijd, omdat EYE een veel groter marketingbudget heeft dan wij.” Toch wil hij er niet al te moeilijk over doen. “Misschien zou het bezoek ook zonder EYE zijn gedaald. Best mogelijk dat het zich de laatste maanden weer hersteld heeft.”

Werken aan sfeer
De beschuldiging van ‘megalomanie’ waar Maas destijds mee kwam, blijft EYE ook op een ander vlak nog altijd aankleven. Her en der worden vraagtekens gezet bij het feit dat EYE verschillende filmevenementen naar Amsterdam Noord heeft gehaald. Bioscoop Kriterion verloor bijvoorbeeld binnen een half jaar twee typerende, succesvolle festivals aan EYE: animatiefestival KLIK! stak afgelopen november het IJ over, en Imagine volgt hen voor de 29ste editie, die deze maand plaatsvindt. Kriterion wilde geen commentaar geven.
“EYE benaderde ons in 2010”, legt Yvonne van Ulden, artistiek directeur van KLIK!, uit. “We hebben naar de bouwtekeningen gekeken: wat voor gevolgen zou het hebben? Kan ons festival in dat nieuwe gebouw? KLIK! draait heel erg om sfeer, dus we hebben lang getwijfeld of we die in EYE overeind konden houden.” Dat het festival toch verhuisde, had vooral te maken met nieuwe mogelijkheden die EYE bood. “Ons idee van een festival als parade-achtig geheel was lastiger te realiseren in de kleinere locaties. In EYE konden we dat wél doen: films, installaties, workshops, feestjes, allemaal in één gebouw, dat maakt het bijzonder.”
Ook voor Imagine was de grootte van EYE een doorslaggevend argument, legt artistiek directeur Chris Oosterom uit. “Onze bezoekers waren gehecht aan Kriterion, de informele sfeer daar paste goed bij Imagine. Maar we hadden, vooral bij avondvoorstellingen, steeds grotere capaciteitsproblemen; we zaten tegen de fysieke grenzen aan. Daardoor moesten we veel bezoekers teleurstellen en konden we niet doorgroeien. Bovendien komt zo’n zestig procent van ons publiek van buiten Amsterdam en voor hen is EYE beter bereikbaar.” Het zal spannend worden of Imagine zijn karakteristieke sfeer ook in EYE weet te vangen. Dat is voor KLIK! en Van Ulden in ieder geval het grote verbeterpunt voor een volgende editie. “We willen het gezelliger maken. Het restaurant oogt wat formeel en trekt ook veel mensen van buiten het festival. Vooral onze internationale gasten raakten daardoor wat verloren. Maar de locatie is inspirerend, het maakte veel creativiteit wakker.”

Grootste wens
De goede bezoekcijfers ten spijt is ook binnen EYE niet alleen goed nieuws te horen. Van de bijna tweehonderd mensen die er een jaar geleden werkten — fulltimers en parttimers — zijn er in het afgelopen jaar bijna dertig noodgedwongen vertrokken. Met dank aan de overheid, die de subsidie aan EYE met een kleine tien procent kortte en twee jaar voor het eind van de afgesproken looptijd van zeven jaar stopte met de financiering van het conserveringsproject Beelden voor de Toekomst.
Zo kwam het beheren en ontsluiten van de collectie in het gedrang, terwijl dat ooit de kerntaak was van het archief. Dat is dan ook de grootste wens die EYE nu heeft, stelt Den Hamer: “Dat we weer genoeg fondsen kunnen creëren om onze restauratie- en digitaliseringswerkzaamheden voort te zetten. Daarom hebben we onder andere onlangs het nieuwe fonds EYE Restore opgericht om particuliere investeerders te interesseren.” Een eerste lichtpuntje op dit vlak: eind dit jaar gaat de eerste paal voor het nieuwe collectiegebouw de grond in, waar de archieven die nu over verschillende depots verspreid liggen centraal en in goede omstandigheden kunnen worden opgeslagen.

EYE viert zijn eerste verjaardag van 5 t/m 7 april tijdens het landelijke museumweekend met een programma met hoogtepunten van het afgelopen jaar, zoals de digitale restauratie van Taxi Driver en films als Moonrise Kingdom, Hugo 3D en Ouwehoeren. Daarnaast zijn voorpremières te zien van Spring Breakers, Hoffnung, het slotdeel van Ulrich Seidls Paradies-trilogie en wordt La dolce vita vertoond als voorproefje voor de grote Fellini-tentoonstelling deze zomer. Voor meer informatie over de tentoonstelling rondom filmer en fotograaf Johan van der Keuken zie hier.

Bron: Filmkrant