In Memoriam: William J. Vogler (1935 – 2013)

Afgelopen zaterdag bereikte ons het verdrietige bericht dat NBF-lid William J. Vogler is overleden. Onze gedachten gaan uit naar zijn familie en vrienden.

‘Als talent ambitie overstijgt,
heet dat lui.
Als ambitie talent overstijgt,
heet dat dom.’

Alert moedig voorbij

William J. Vogler
cineast

* 11 januari 1935 † 7 februari 2013

‘cue and fade’

Mijn lieve, innemende man is overleden.
Ik zal zijn wijsheid, humor en unieke persoonlijkheid
enorm missen.

Elaine Vogler-Tweedley

info@image16.com

William is overgebracht naar uitvaartcentrum Van Dijk,
alwaar geen bezoek.
Bloemen bezorgen: Kerkplein 1 te Breukelen.

De crematieplechtigheid wordt gehouden donderdag 14 februari
om 18.00 uur in; Crematorium Den en Rust
Frans Halslaan 27 – 3723 EA Bilthoven

Na afloop is er op informele wijze gelegenheid tot condoleren in;
Restaurant Maurits Hoeve
Maartensdijkseweg 9 – 3723 MC Bilthoven

Voor meer informatie: www.image16.com

William Vogler werd  in Amsterdam geboren op 11 januari 1935.  Hij was het enige kind van Willem Johannes Vogler en Christophine Bouman.  Zijn vader was musicus en speelde in allerlei kleine muziekgroepjes in cafés. Bovendien was hij een verwoed zendamateur en bouwde zijn eigen apparatuur.

Op 8 september 1942, William was 7 jaar, werden zijn ouders  ’s nachts opgepakt  door de SD.  Zijn vader heeft hij nooit meer gezien. Toen Williams’ moeder na enige tijd werd vrijgelaten, nam ze hem mee naar haar familie in het Limburgse Echt.

Eind 1944 werd het ook daar oorlogsgebied en moesten ze evacueren en gingen naar Swalmen,  zij verbleven in het glas en lood atelier van de Heer Heinen.  Daar bleven zij wonen, onder moeilijke omstandigheden, tot ze op 1 maart 1945 door de Canadezen werden bevrijd.

Williams’ moeder keerde terug naar Echt. William ging naar school in Amsterdam en woonde bij zijn grootouders.

William begon zijn loopbaan bij de eerste echte Nederlandse filmstudio: Cinetone op de Duivendrechtsekade en daarna bij de animatie- en poppenfilmstudio van Joop Geesink. Hij werkte als camera assistent bij Bert Haanstra en leerde het cameravak van Prosper de Keukeleire.

Zijn carrière als freelance cameraman begon, begin jaren zestig, bij de AVRO. Halverwege de jaren 60 kocht hij zijn eerste eigen camera, een chique Franse Éclair. Daarmee reisde hij de hele wereld over om documentaires en bedrijfsfilms te maken.

Het zelf bouwen en ontwikkelen van electronica zat William in zijn genen, en alleen het allerbeste was goed genoeg. En ‘als het niet bestond’ dan maakte je er iets voor. Zo ook voor zijn Éclair;   23,9 of 24,1 beeldjes per seconde was voor hem geen optie, dus hij ontwikkelde als wereldprimeur voor deze camera een kwartsgestuurde motor.  Deze kwartssturing maakte alles een faktor 100 stabieler en dat leverde hem exact 24,0000 beeldjes per seconde op.

In 1969 was hij met Aad van de Heuvel in Biafra, waar hij uitgehongerde kinderen, de onmacht, de onderdrukking en de genocide, vastlegde.

Later draaide hij met de Ariflex bedrijfsfilms voor multinationals in Zuid-Amerika en Saudie-Arabië. Ook maakte hij documentaires voor hulporganisaties, zoals voor Simavi over voedsel- en gezondheidshulp. Hij maakte een lange documentaire over de Finse architect Alvor Aalto, waarvan een kopie is opgenomen in de collectie van het Museum of Modern Art (MOMA) in New York.

Voor de BBC werkte hij mee aan de programma’s Horizon en World at War. Hij filmde talloze interviews met kunstenaars en politici en maakte vele reportages voor nieuwsprogramma’s als Achter Het Nieuws, Brandpunt en Televizier. Vaste cameraman was hij voor Hier Parijs met Jan Brusse, Ontdek je Plekje met Joop Scheltens, het wekelijkse Sprekershoek en het kinderprogramma Kijk Zelf Maar.

Hij was een ‘lighting’ cameraman, die kon toveren met licht; hij wist zelfs grote ruimtes als kerken, betoverend mooi uit te lichten. En hij had zoveel verstand van geluid, dat hij lid was van The American Audio Engineering Society, waardoor hij meermalen werd uitgenodigd om professionele geluidsapparatuur, speakers en microfoons te testen.

De komst van de professionele videocamera zag hij meteen als een niet te stuiten ontwikkeling en dat werd hem door zijn collega’s niet altijd in dank afgenomen. Nieuwe elektronische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden boeiden hem en bleven hem boeien, tot aan zijn ziekbed aan toe.

Vanaf eind jaren tachtig begon hij met lesgeven in ‘camera en belichting’; Filmacademie, Videcom (de begin jaren van RTL4) VEC en Media Academie. De laatste jaren was hij ook vaak te vinden op beursstands, bijvoorbeeld in de lichthal van de IBC om zijn kennis over te dragen. Omdat hij alle facetten van zijn vak verstond, was hij een gedreven leermeester, met een onmiskenbaar eigen inbreng en visie. Hij was altijd bereid om zijn studenten tekst en uitleg te geven, soms tot diep in de nacht en bij hem thuis.

Wie William heeft gekend, heeft ongetwijfeld met hem gelachen. Hij had een scherp en uniek gevoel voor humor en beschikte over een onuitputtelijke bron van anekdotes. Tot zijn laatste dag wist hij kleurrijke verhalen te vertellen.