Nieuw op NBF website: juridische column van Remco Klöters

Vanaf deze maand zal Remco Klöters (advocaat media- en intellectuele eigendomsrecht bij Van Kaam advocaten) columnist voor de NBF site zijn. In zijn columns zal hij aandacht besteden aan diverse juridische onderwerpen en actualiteiten op het gebied van film en televisie. Deze maand: ‘True crime – feiten en fictie’.

Een overzicht van de columns is terug te vinden onder www.nbf.nl/services/juridische-service.

Remco Klöters        True crime – feiten en fictie

Het lijkt steeds meer een trend te worden dat geportretteerde of gebiografeerde personen bij de rechter bezwaar maken tegen publicatie over of vertoning van hun levensverhaal. Te denken valt aan het fotoboek over de carrière van Johan Cruijff, de biografieën van Gerard Reve en natuurlijk de film De Heineken ontvoering.

Het is goed voorstelbaar dat vooral omstreden personen zich ongemakkelijk voelen bij de interpretatie van hun verhaal voor een groot publiek. Dit te meer in het geval van films, waar nog meer dan bij biografieën de amusementswaarde een belangrijke rol speelt. Iedere filmmaker komt op een bepaald moment in de verleiding de geschiedenis nét even interessanter te presenteren dan de feiten rechtvaardigen.

Ook in het geval van De Heineken ontvoering zijn de feiten aangedikt. Dit was voor Willem Holleeder en zijn oude kompanen Jan Boellaard en Frans Meijer onlangs aanleiding kort gedingen te voeren tegen de producent, IDTV. Daarmee wilden zij voorkomen dat ze door de fictieve elementen in de film zouden worden aangetast in hun eer, goede naam en persoonlijke levenssfeer. Daarmee was de centrale vraag in deze procedures: hoeveel mag de filmmaker precies uit zijn duim zuigen?

De reikwijdte van de artistieke vrijheid van de filmmaker valt op voorhand lastig vast te stellen. Het Europese Hof in Straatsburg huldigt vrij vertaald het standpunt dat kunst bijdraagt aan het uitwisselen van ideeën en meningen, hetgeen essentieel is voor een democratische samenleving. Of dat voor deze commerciële misdaadfilm echter ook helemaal opgaat, valt echter te bezien. Uit de Europese jurisprudentie komt verder naar voren dat er aan het overdrijven van de feiten grenzen zijn, hetgeen in een procedure over de biografie van Jean-Marie Le Pen bijvoorbeeld tot veroordelingen wegens belediging heeft geleid.

Het was dus lastig om op voorhand in te schatten in hoeverre de ontvoerders bij de rechter een gewillig oor zouden vinden voor hun feitelijke bezwaren tegen de film. Voor het antwoord op deze vraag dient hun belang bij de verdediging van hun reputatie en resocialisatie te worden afgezet tegen de artistieke vrijheid van de filmmaker. Daarbij is van belang dat er aan het begin van de film een disclaimer is opgenomen waarin wordt aangegeven dat sprake is van een ‘filmische interpretatie’ van de ontvoering. Dat er het een en ander is verzonnen was dus geen geheim.

De rechter heeft in zowel de zaak van Holleeder als die van Boellaart en Meijer geoordeeld dat het is toegestaan een film te baseren op een historisch feit en dat de acteurs gelijkenis met de betrokkenen mogen vertonen. Het uitzitten van de opgelegde straffen en het belang van resocialisatie van de ontvoerders doen hier dus niet aan af.

Ondanks dat in principe sprake is van historische non-fictie, staat de rechter filmmakers toe fictie toe te voegen. In dit geval werden het gebruik van een vuurwapen en de mishandeling van een vrouw toegevoegd en zou Holleeder sadistische trekjes zijn toegeschreven. Dit laatste wordt door de rechtbank beschouwd als een toelaatbaar element van de kunstuiting. Ten aanzien van het schieten op een taxi en de mishandeling is daarnaast geoordeeld dat dit onvoldoende ernstig zou zijn om het beeld van de ontvoerders te doen veranderen en hun reputatie verder aan te tasten.

Een opsteker dus voor filmmakers: zij mogen tot op zekere hoogte toegeven aan de verleiding een historisch feit ter verhoging van de amusementswaarde aan te dikken met sensationele verzinsels. De destijds betrokkenen zullen er vervolgens een aardige kluif aan hebben hun reputatie, resocialisatie en de waarheid te verdedigen stellen, zeker wanneer de filmmaker zo verstandig is een disclaimertje op te nemen.

Remco Klöters is advocaat en een specialist op het gebied van het media-, auteurs- en merkenrecht. Hij is sinds 2003 werkzaam bij Van Kaam advocaten te Amsterdam en heeft veel ervaring met procederen, adviseren en het uitonderhandelen en opstellen van contracten, onder meer op het gebied van film en televisie.