Reactie Cultuurfondsen: bezuiniging is onredelijk, ongegrond en disproportioneel

Onredelijk en disproportioneel
De kunstensector is daarmee onevenredig zwaar getroffen. Met grote gevolgen: het is de vraag of de sector een halvering overleeft; de sterke internationale positie die de afgelopen jaren is opgebouwd wordt in een keer weggevaagd.

Dat is vooral pijnlijk, omdat het kabinet in hetzelfde regeerakkoord ook de ambitie uitspreekt dat Nederland tot de top 5 van kenniseconomieën moet gaan behoren. De creatieve sector, een uiterst belangrijke voedingsbodem, wordt echter onherstelbaar beschadigd.

Tegenstrijdig is ook de wens dat de kunstensector ondernemender moet worden en meer eigen inkomsten moet binnen brengen, terwijl tegelijkertijd de btw* verhoogd wordt naar 19% en geen alternatief wordt geboden om private investeringen aan te trekken. Dat betekent minder inkomsten en duurdere kaartjes.

Ongegrond

De bezuiniging levert bovendien zeer weinig op: 200 miljoen is maar een fractie van de totale 18 miljard aan bezuinigingen, terwijl de schade op lange termijn onherstelbaar is. De opbrengst is dus miniem, het effect enorm.

Samenvoeging fondsen
Over de plannen voor een cultureel investeringsfonds, waarin alle fondsen zouden worden samengevoegd, is nog niets bekend. De fondsen wijzen erop dat groter niet automatisch beter of goedkoper is.

De fondsen hebben begrip voor het feit dat ook van de cultuursector een bijdrage gevraagd wordt aan het gezond maken van de overheidsfinanciën. De nu voorgestelde bezuinigingen zijn echter niet onderbouwd, buiten proportie en verzwakken het culturele aanbod en de toegankelijkheid daarvan.

De afzenders van dit persbericht zijn de publieke cultuurfondsen: het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten, het Nederlands Letterenfonds, het Nederlands Fonds voor de Film, de Mondriaan Stichting, het Fonds Cultuurparticipatie, het Stimuleringsfonds voor Architectuur en het Fonds voor Beeldende kunst, vormgeving en bouwkunst.

* bioscopen zijn hiervan uitgezonderd

Bron: website Filmfonds