commercials en corporates: cinema met een kleine c?

Volgens de voorman van de Tachtigers, Willem Kloos, is Kunst de Allerindividueelste Uiting van de Allerindividueelste Emotie. Maar als Film kunst is, representeert dan elke vorm van audiovisuele beroepsbeoefening de emotie van de maker?

Zelfs bij de puurste vorm van art-film zal niemand z’n hand in het vuur durven steken voor de bewering, dat de betreffende film in alle gevallen de bovenstaand omschreven allerindividueelste emotie van de maker weerspiegelt. Film is kunst, jawel soms, maar kunst of niet, de maker zal er altijd z’n brood mee moeten verdienen. Een prettige bijkomstigheid trouwens als je het brood kunt verdienen met het uiten van emoties.

Maar laten we de zaak es omdraaien: het brood verdienen is geen aangename bijkomstigheid, maar bittere noodzaak en de eerste aanleiding voor het maken van een film. Iemand vraagt je als maker om een film te regisseren, die zijn of haar product beter doet verkopen of ertoe bijdraagt zijn beleid uiteen te zetten en in zekere zin ook “te verkopen”. We hebben het dan over commercials dan wel over corporate films. Ben je dan als regisseur aan de heidenen overgeleverd, moet je jezelf volkomen inleveren of kun je ergens toch aan je kunstzinnige trekken komen?

De Dutch Directors Guild is een vereniging, die regisseurs verenigt. En aangezien die 230 leden niet van de wind kunnen leven, zal er brood verdiend moeten worden. En aangezien er geen 230 speelfilms en vrije documentaires per jaar gemaakt kunnen worden, zal een aanzienlijk aantal leden dat brood verdienen met filmvormen, waar een opdrachtaspect, het bedienen van een klant, een grote rol speelt . Vandaar het idee om tijdens onze Studiedag 2008 tijdens het Nederlands Film Festival aandacht te besteden aan opdracht gebonden films. Het motto zal zijn: commercials & corporates, cinema met een kleine letter c?

Pakweg zo’n twintig jaar geleden bevatte de rubriek “producenten” van de NBF illustere namen van grote bedrijven als Toonder Studio’s, Signum, Carillon Films, Henk van Mierlo, die gerenommeerde regisseurs aantrokken om voor grote bedrijven of de overheid opdrachtfilms naar een wensenlijstje van de klant te realiseren. Deze productiebedrijven waren een begrip in filmland.

Dit marktsegment lijkt op het eerste gezicht verdwenen. Raadpleeg je nu de rubriek AV-producenten van het NBF-Jaarboek , dan kom je namen tegen als Albada, Veenstra & Co, Dala Film, Noorderlicht Film, Vinc Films. Ze zijn ook niet meer alleen in de grote randstadsteden gevestigd, maar ook in ‘s Hertogenbosch, Minnertsga en Munnikeburen. Zijn dit de buurtfotografen van weleer, die met een semi-professionele PD 150 en een montageprogramma op de computer hun werkterrein naar de bedrijfsfilm verlegd hebben? Of is de productie van gebonden films zo versnipperd, dat iedere individuele filmer zijn diensten aanbiedt onder een eigen bedrijfsnaam? U vraagt en wij draaien. Of komen er nog kwalitatief inhoudelijke argumenten om de hoek kijken. Zijn ze interessant voor andere kijkers dan voor de doelgroep. Zijn ze nog zichtbaar voor anderen dan de doelgroep?

Een veel bekendere vorm zijn de commercials omdat die behoorlijk zichtbaar zijn: in de bioscoop en op de tv. Er is zelfs en publieksprijs voor. (KPN’s Goedemoggel won dit jaar) en diverse vakprijzen als Gouden Effi’s en Lampen.

Uitgangspunt voor deze studiedag is een poging om een zo helder mogelijk zicht te krijgen op deze twee werkterreinen met ieders eigen specifieke ins-en-outs, zodat zowel vakgenoten, die in deze specifieke branche werkzaam zijn als diegenen, die dit graag zouden willen hun blik kunnen verruimen. En we aan het eind van de dag wellicht een antwoord krijgen op de vraag wat de wisselwerking is tussen gebonden producties en de vrije film en of ze elkaar in vorm en inhoud beïnvloeden.

Hans Hylkema

programma & uitnodiging commercials & corporates, cinema met een kleine c? .pdf